Geïsoleerde alarm en sabotagelus (fabrieksprogrammering)
Het sabotagerelais is afgeschermd van het alarmrelais. De
eindweerstand in het sabotagecircuit is kortgesloten.
De uitgangen 3 en 4 van de alarmuitgang moeten worden
gebruikt voor de aansluiting op het controlepaneel.
Dubbele lus
De sabotagelus en alarmlus kunnen met twee draden worden
bewaakt.
In een normale situatie (geen alarm) bedraagt de impedantie
van de dubbele lus 4K7. Bij een detectoralarm wordt het
alarmrelaiscontact geopend en stijgt de impedantie van de
dubbele lus naar 9K4, en wordt zo een alarm aangegeven.
Wanneer de detectorbehuizing wordt geopend, wordt het
sabotagecircuit geopend en wordt de dubbele lus onderbroken,
en wordt zo een sabotagealarm aangegeven (fig.
PIR dipswitches (fig.
(fabrieksprogrammering)
Tabel 1: PIR dipswitches
Functie
4. Lampjes
3. Belrichting
2. Deurbel
1. Polariteit
Dipswitch 1: Polariteit van controlespanning (CS)
Aan: "Actieve hoge" biedt de standaard GE Security-logica met "Actieve
hoge"-logica om de ingangen Looptest en Dag/nacht in te schakelen.
Uit: "Actieve lage" biedt "Actieve lage"-logica om de ingangen Looptest en
Dag/nacht in te schakelen.
Dipswitch 2: Bel (fig.
Overdag kan de detector de richting van de indringer onderscheiden. U
schakelt deze optie uit door de detector in te stellen op Bel uit. Wanneer
de bel aan staat, slaat de detector alarm wanneer de indringer van rechts
naar links of van links naar rechts door de gordijnen loopt.
Opmerking: Als de aansluiting Dag/nacht niet wordt gebruikt en de bel
is ingeschakeld, staat de bel zowel tijdens de modus inschakelen als
de modus uitschakelen (Dag/nacht) aan.
)
Dipswitch Aan
Lampjes Aan
Links naar rechts
Bel Aan
Actieve hoge
)
- 49 -
J1
Dipswitch Uit
Lampjes Uit
Rechts naar links
Bel Uit
Actieve lage
).
J3