4
Aanwijzingen bij installatie en
gebruik
d
Gevaar!
Levensgevaar door niet-gekwalificeerd
personeel!
De installatie, inspectie en reparatie
mogen alleen door een installateur wor-
den uitgevoerd. Met name werkzaamhe-
den aan de elektrische delen en aan het
koudemiddelcircuit vereisen een passen-
de kwalificatie.
4.1
Gebruik volgens de voorschriften
De Vaillant warmtepomp is gebouwd volgens de huidige
stand van de techniek en de erkende veiligheidsvoor-
schriften. Toch kunnen er bij ondeskundig gebruik of ge-
bruik dat niet volgens de voorschriften is (levens) ge-
vaarlijke situaties ontstaan voor de gebruiker, diens
goederen of derden ontstaan, alsmede beschadigingen
aan het toestel en andere voorwerpen.
Dit toestel is niet bedoeld om door personen (met inbe-
grip van kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke vaardigheden of gebrek aan ervaring en/of
ontbrekende kennis gebruikt te worden, tenzij zij onder
toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid of die hen in het gebruik van het
toestel geïnstrueerd heeft.
Kinderen mogen zich uitsluitend onder toezicht in de
buurt van het toestel bevinden om te voorkomen dat zij
met het toestel spelen.
De toestellen zijn ontworpen als warmteopwekkers voor
gesloten warmwater-cv-installaties, voor het koelbedrijf
en voor de warmwaterfunctie. Een ander of daarvan af-
wijkend gebruik geldt als niet conform de voorschriften.
Voor de hierdoor ontstane schade kan de fabrikant/le-
verancier niet aansprakelijk gesteld worden. Uitsluitend
de gebruiker is hiervoor verantwoordelijk.
Bij het gebruik volgens de bestemming hoort ook het in
acht nemen van:
– de gebruiksaanwijzing en de installatiehandleiding
– alle aanvullend geldende documenten
– de inspectie- en onderhoudsvoorwaarden.
d
Gevaar!
Levensgevaar door ondeskundig gebruik
van het systeem!
Bij ondeskundig of oneigenlijk gebruik
kunnen (levens)gevaarlijke situaties voor
de gebruiker of derden resp. beschadigin-
gen aan het toestel en andere voorwer-
pen ontstaan.
Gebruiksaanwijzing geoTHERM VWL 0020076182_00
Aanwijzingen bij installatie en gebruik 4
4.2
Eisen aan de standplaats
De installatieplaats moet zodanig bemeten zijn dat de
warmtepomp volgens de voorschriften kan worden geïn-
stalleerd en onderhouden.
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging van de warm-
tepomp.
De aangezogen lucht moet vrij van am-
moniak en andere corrosieve bestandde-
len zijn. Gebruik van afzuiglucht uit die-
renstallen is niet toegelaten.
• Vraag uw installateur welke geldende nationale bouw-
rechtelijke voorschriften in acht genomen moeten
worden.
De installatieplaats moet droog en permanent vorstvrij
zijn.
De plaatsingsruimte van de warmtepomp moet indien
mogelijk met buitenlucht geventileerd worden, zodat de
relatieve luchtvochtigheid laag blijft en condenswater-
vorming vermeden wordt. Vooral bij het uitdrogen van
de bouw en inbedrijfstelling kan het tot condenswater-
vorming op koude onderdelen komen.
4.3
Ontstaan van condensaat (condenswater)
De verdamper en luchtkanalen evenals onderdelen van
het koelmiddelcircuit zijn binnenin de warmtepomp ge-
isoleerd, zodat er geen condenswater kan ontstaan. In-
dien er toch eens in geringe mate condenswater ont-
staat, wordt dit door de condensbak opgevangen, die
zich in de binnenkant van het onderste deel van de
warmtepomp bevindt. Door de warmteontwikkeling in de
binnenkant van de warmtepomp verdampt het ontstane
condenswater in de condensbak. Geringe hoeveelheden
van het ontstane condenswater kunnen onder de warm-
tepomp worden afgevoerd Condenswater dat in geringe
hoeveelheden ontstaat, is daarom geen storing van de
warmtepomp.
BE
9
NL