ProKlima FN-110142.1 Mode D'emploi page 69

BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
1. Ventilatorrooster
2. Ventilatorblad
3. Schroef en moer
4. Stander
5. Schroef
6. Binnenbuis
7. Koppelstuk
8. Buitenbuis
9. Voetstuk
10. Extra voetgedeelte
11. Ring
12. L-schroef
MONTAGE-INSTRUCTIES
1. Haal alle onderdelen van de ventilator uit de verpakking.
2. Breng het extra voetgedeelte (10) in het voetstuk (9). Breng de buitenbuis (8) in het gat van het voetstuk (9).
Bevestig de L-schroef (12) en ring (11) om het extra voetgedeelte, het voetstuk en de buitenbuis stevig aan
elkaar vast te maken.
3. Maak de binnenbuis (6) en buitenbuis (8) aan elkaar vast met behulp van het koppelstuk (7).
4. Maak de ventilatorkop op de binnenbuis (6) vast met behulp van de schroeven (5). Zorg dat de ventilator
volledig omhoog en omlaag kan worden gedraaid zonder dat de kabel strak komt te staan of verstrikt raakt.
GEBRUIKSWIJZE
1. Steek de stekker in een geschikt stopcontact.
2. Draai de schakelaar aan de achterkant van de motorbehuizing om de gewenste snelheid te kiezen. 0 = UIT,
1 = Lage snelheid, 2 = Medium snelheid, 3 = Hoge snelheid.
3. Na gebruik, schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact.
VENTILATIERICHTING AFSTELLEN
1. Probeer het apparaat niet af te stellen in de richting van het rooster en de ventilatorbehuizing tot de
ventilator werd uitgeschakeld en van de stroomtoevoer is ontkoppeld.
2. Om de richting van de ventilator aft e stellen, houdt u het rooster vast en kantelt u de ventilator lichtjes tot
de gewenste richting is bereikt.
3. Verbind de ventilator opnieuw met de stroomtoevoer en schakel de ventilator in.
REINIGEN
Voor u de ventilator reinigt en na elk gebruik, schakelt u het apparaat uit en trekt u het stroomsnoer uit de

contactdoos.
Dompel het apparaat nooit in water onder (gevaar voor kortsluiting). Om het apparaat te reinigen, veegt

u het enkel met een vochtige doek af en laat u het zorgvuldig drogen. Trek altijd eerst het stroomsnoer uit
de contactdoos.
Draag er zorg voor dat er zich geen overmatig stof aan het luchtin- en uitlaatrooster ophoopt en reinig het

regelmatig met behulp van een droge borstel of stofzuiger.
- 68 - FN-110142.1 & FN-110142.2