OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Ga eerst zelf na wat er aan de hand zou kunnen zijn voor u om een reparatie gaat verzoeken. Als u iets abnormaals vindt, voer dan de handelingen
beschreven in deze handleiding uit. Knoei niet met onderdelen en demonteer geen onderdelen als dat niet in de handleiding beschreven wordt.
Neem contact op met een erkende onderhoudsmonteur of uw dealer voor eventuele reparaties.
Probleem
De motor start niet
Motor valt stil.
Motorsnelheid neemt niet toe.
De motor stopt niet.
Laat de motor stationair lopen en zet
de chokehendel op CLOSE (dicht).
Wanneer de motor niet start na het opwarmen:
Als u geen problemen vindt via de bovenstaande controles, dient u het gas ongeveer 1/3 open te zetten en vervolgens de motor te starten.
Waarschijnlijke oorzaak (storing)
U heeft de opvoerpomp niet gebruikt.
Er wordt niet snel genoeg aan de trekstarter
getrokken.
Niet genoeg brandstof.
Brandstoffilter verstopt.
Brandstofleiding geknakt of kapot.
Slechte brandstof.
Te grote toevoer van brandstof (verzuipen).
Losse bougiedop.
Vuile bougie.
Abnormale elektrodenafstand.
Andere problemen met de bougie.
Problemen met de carburateur.
De trekstarter werkt niet.
Problemen met de overbrenging.
Niet genoeg opgewarmd.
De chokehendel staat op "CLOSE" (dicht),
alhoewel de motor al opgewarmd is.
Brandstoffilter verstopt.
Luchtfilter verstopt of verontreinigd.
Problemen met de carburateur.
Problemen met de overbrenging.
De gaskabel zit niet goed vast.
Stekkertje los.
Problemen met het elektrische systeem.
98
Oplossing
Druk 7 tot 10 keer op de opvoerpomp.
Trek harder.
Ga tanken.
Reinig het brandstoffilter.
Haal de knik eruit of vervang de brandstofleiding.
Als de brandstof oud of slecht is, is de motor
moeilijker te starten, Gebruik verse brandstof.
(Ververs de brandstof in de tank minstens een keer
per maand.)
Zet de gashendel op halve of hoge snelheid en trek
aan de trekstarter totdat de motor start. Als de
motor nog steeds niet wil starten, dient u de bougie
eruit te draaien, af te drogen en weer in te draaien.
Start de motor vervolgens zoals beschreven.
Zet de bougiedop weer vast.
Maak de bougie schoon.
Stel de afstand tussen de elektroden van de bougie
bij.
Vervang de bougie.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Laat de motor eerst opwarmen.
Zet de chokehendel open.
Reinig het brandstoffilter.
Reinig het luchtfilter.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Verzoek om inspectie en onderhoud.
Maak de gaskabel op de juiste wijze vast.
Maak het stekkertje vast.
Verzoek om inspectie en onderhoud.