Let op de temperatuurzones in de
koelruimte!
In uw wijnkoelkast kunnen, afhankelijk van de zone,
verschillende temperaturen worden ingesteld.
Voor de bovenste zone en de onderste zone in de koelkast
kan steeds de door u gewenste temperatuur worden
ingesteld.
(zie hoofdstuk "Bedieningspaneel").
Meerzonen‐instelling voor verschillende
serveertemperaturen
Hiervoor raden wij een instelling aan van +16 °C in het
bovenste gedeelte en van +6 °C in het onderste gedeelte.
Met deze instelling worden de temperaturen in de koelkast
verdeeld om verschillende soorten wijn in onderstaande
volgorde van boven naar beneden te bewaren:
volle rode wijn
rosé en lichte rode wijn
witte wijn
champagne en mousserende wijn
Wij raden u aan de wijn een paar graden kouder te serveren
dan de gewenste drinktemperatuur omdat de wijn tijdens
het inschenken in het glas snel verwarmd wordt.
Eenzone‐instelling voor het langdurig
opslaan van wijnen
Hiervoor raden wij een instelling aan van +12 °C in het
bovenste gedeelte en van +12 °C in het onderste gedeelte.
Door deze instelling in de bovenste en onderste zone wordt
voor een gelijkmatige temperatuur in de koelkast gezorgd.
Flessen inruimen
Attentie bij het inruimen:
In totaal kunnen 172 driekwart liter flessen op de
flessenrekken worden ondergebracht .
Dit aantal kan worden gerealiseerd, door de flessen met
de flessenhals om en om op te slaan.
Het aantal flessen kan bij een andere vorm of grootte
van de flessen van het aangegeven aantal afwijken.
Om de goede luchtcirculatie in het apparaat te
behouden mogen de flessen de achterwand van
de koelruimte niet raken.
Vanwege de machineruimte is het onderste gedeelte
niet bijzonder diep.
Er kunnen dranken in blik of korte flessen wijn worden
opgeslagen.
Attentie!
Bij om en om leggen van de flessen is een goede
luchtcirculatie niet meer mogelijk. Hierdoor wordt het bereik
van de temperatuurregeling beperkt.
69