Dimplex smartrad SRX80 Manuel D'instructions page 18

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Als het apparaat aan de wand is bevestigd, kunnen
waterleidingen van het centrale verwarmingssysteem worden
aangesloten zoals afgebeeld in Afb. 6. De waterleidingen
kunnen naar het apparaat worden geleid via de vloer of
vanaf de wand. Het apparaat is uitgerust met een 15 mm
koperen leiding. Als balanskleppen nodig zijn, dan kunnen
deze direct worden geplaatst op het leidingwerk dicht bij
het apparaat. Zorg ervoor dat alle waterfi ttingen stevig vast
zitten voordat u het centrale verwarmingssysteem vult.
Vul het centrale verwarmingssysteem en controleer op
lekken. Voor inbedrijfstelling is het apparaat uitgerust met
ontluchtingskleppen zoals afgebeeld in Afb. 3. Open deze
klep om het systeem van enige lucht te ontdoen. Start de
circulatiepomp en ontlucht opnieuw als dat nodig is.
Op het apparaat kunnen ook leidingen worden aangesloten
via een aantal andere routes, raadpleeg voor meer
informatie Afb. 6.
Maximumwaarden voor watertoevoer zijn 85ºC en 10
bar (1.0MPa).
Aansluiting stroomvoorziening
Voor het starten van de elektrische verbinding is het
essentieel dat de sanitairaansluitingen zijn gecontroleerd
op lekken en dat het apparaat droog is.
WAARSCHUWING: DIT APPARAAT MOET WORDEN
GEAARD
Deze kachel mag alleen met wisselstroom worden gebruikt
en de voedingsspanning moet overeenkomen met de op
de kachel aangegeven spanning.
De installatie van dit apparaat moet worden uitgevoerd
door een bevoegde elektricien of andere aangewezen
persoon en in strikte overeenstemming zijn met de actuele
IEE-regelgeving voor elektrische aansluitingen en de van
toepassing zijnde bouwvoorschriften.
Voordat u installatiewerkzaamheden uitvoert, moet u
controleren of de stroomvoorziening aan de desbetreffende
bedrading is verbroken. Het apparaat is uitgerust met
1 meter fl exibele kabel met afmeting 4 x 0,75mm² voor
elektrische aansluiting. De kabel kan worden gebruikt om de
kachel aan te sluiten op de vaste bedrading van het gebouw
via een geschikte aansluitdoos. De voedingsschakeling
naar de kachel moet een dubbele pool bevatten die de
schakelaar isoleert met een contactscheiding van ten
minste 3 mm.
Zie Afb. 5 voor informatie over het bedradingsschema.
A – Waterveer
B – Timermodule (optioneel)
C – Condensator (uitsluitend model SRX180)
D – Watersensor
E – Luchtsensor
F – Netsnoer
G – Aarding
H – Hoofd PCB
I – Regelknoppen PCB
M – Motor
R – Weerstand
Alle bedrading moet zo worden aangesloten dat een
beweging van het product niet leidt tot kortsluiting.
BELANGRIJK: De kleur van de draden in dit netsnoer is
op de volgende manier gecodeerd:
BRUIN: ONDER SPANNING – 'L'
BLUE: NEUTRAAL – 'N'
ZWART: STUURDRAAD
GROEN & GEEL: AARDE – 'E'
Aansluiting stuurdraad
De ZWARTE regelbedrading is ontwikkeld om een signaal
over te brengen van 'sleuf' of 'wandgemonteerde' Dimplex-
programmeertoestellen. Als een progammeertoestel echter
niet wordt gebruikt, dan dient de stuurdraad te worden
geïsoleerd volgens de huidige IEE-bedradingsregulering.
BELANGRIJK – SLUIT de ZWARTE stuurdraad NIET aan
op de aarding.
U dient er bij de installatie van de stuurdra(a)d(en) erop
te letten dat als u ze naar de achtergrond schakelt (terug
zet) ze onder 240V komen te staan, maar alleen bij stroom
van minder dan 100mA. U dient in elk geval een geschikte
mate van isolatie te voorzien voor de stuurdraad en aan te
geven dat er twee voorzieningsbronnen in de verwarming
aanwezig zijn. Als stuurdraden apart van het subcircuit
van de verwarming worden geïnstalleerd, dan dienen deze
te worden beschermd, dubbel geïsoleerd en hun eigen
integrale aardingscontinuïteitgeleider te dragen.
Breng de voorkap weer aan
Als het toestel is aangesloten op het centrale
verwarmingssysteem en uitgerust met een geschikte
aansluitdoos, dan dient u de voorkap terug te plaatsen.
Zorg ervoor dat de twee M5-fi xatiebouten zijn teruggeplaatst
zoals afgebeeld in Afb. 2. Zet de toevoer naar het toestel
aan. Controleer de werking van het apparaat.
Bediening
De regelknoppen staan afgebeeld in Afb 4. Druk op de toets
om het toestel te activeren.
Handbedieningsstand
In handbedieningsstand kan elke ventilatorsnelheid worden
geselecteerd. Druk op de
de gewenste ventilatorsnelheid -instelling. Stel het niveau
van de gewenste kamertemperatuur in met de middenknop.
Dit zorgt voor een optimale stroomafgifte gebaseerd op de
kamertemperatuur.
Tijdens deze instelling zal de LED van de handbedieningsstand
oplichten.
Ecostand
Met de Ecostand kan het apparaat signalen ontvangen
van een optionele insteektimer en/of een regelsysteem
stuurdraad. Met deze stand kan het apparaat op bepaalde
perioden van de dag/week werken met een insteektimer of
kunnen een aantal apparaten worden bestuurd vanaf één
enkel besturingspunt met een stuurdraadcontroller. Tijdens
ecostand zal de LED van de ecostand branden.
Rood geeft aan dat het apparaat in de comfortstand werkt
en groen geeft aan dat het apparaat op de verminderde
stroomstand werkt.
toets om te schakelen tussen

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Smartrad srx120Smartrad srx140Smartrad srx180

Table des Matières