HYDAC International SB Série Mode D'emploi page 69

4.8 Bevestiging
De bevestiging van de balgaccumulator moet
zo worden gekozen, dat deze bestand is
tegen de bij het bedrijf optredende trillingen of
een eventuele breuk in de aansluitleidingen.
Daarnaast mogen de bevestigingselementen
geen spanningen van enige vorm op de
balgaccumulator uitoefenen.
Bijpassende beugels en consoles kunnen
worden ontnomen aan het prospectusdeel
"Bevestigingselementen voor hydraulische
accumulatoren", nr. 3.502.
4.9 Algemeen
Verdere technische details kunnen aan de
prospectusdelen
"Hydraulische balgaccumulatoren -
standaarduitvoering"
nr. 3.201,
"Hydraulische balgaccumulatoren -
lagedrukuitvoering"
nr. 3.202 en
"Hydraulische balgaccumulatoren -
hogedrukuitvoering"
nr. 3.203
worden ontleend.
5 Onderhoud van de
accumulator
5.1 Essentiële
onderhoudsvoorschriften
Om een lang en storingsvrij bedrijf
van de hydraulische accumulator
te verzekeren, moeten de volgende
onderhoudswerkzaamheden met regelmatige
intervallen worden uitgevoerd:
– Voorvuldruk van de accumulator controleren,
– Aansluitingen controleren op goede
bevestiging en lekkages,
– Toestand van armaturen en
beveiligingsinrichtingen controleren,
– Bevestigingselementen controleren.
LET OP
De geldende nationale reglementen m.b.t.
periodieke herkeuring moeten in acht worden
genomen.
5.2 Controle-intervallen voor de
voorvuldruk
Het wordt aanbevolen, de volgende controle-
intervallen aan te houden:
– na iedere inbouw,
– een week na inbouw,
– acht weken na inbouw.
Is geen beduidend gasverlies opgetreden, dan
kunnen de daarop volgende controles
– een maal per jaar worden uitgevoerd.
LET OP
In geval van continu gebruik bij hoge
bedrijfstemperaturen zijn kortere controle-
intervallen vereist.
De nominale waarden van de voorvuldruk
hebben in het algemeen betrekking op een
vultemperatuur van 20 °C.
5.3 Controleren voor de
voorvuldruk
De voorvuldruk kan worden gecontroleerd met
het vul- en testapparaat FPU.
Bij kleine accumulatoren en waar mogelijk
moet de voorvuldruk zonder het vul- en
testapparaat worden gecontroleerd, aangezien
bij deze methode geen gasverlies tijdens de
controleprocedure optreedt.
LET OP
Voor afbeeldingen bij de tekst, zie
uitklappagina.
De onderstaande stappen hebben betrekking
op het gebruik van de FPU-1 (p
Voor hogere drukken moet de FPU-2 worden
gebruikt. Zie daarvoor:
"Bedieningshandleiding vul- en testapparaat
FPU", nr. 3.501.BA
= 350 bar).
0,max
NL
69