Beweeg de zaag met de draaiknop omhoog en
omlaag.
De naald [11-1] geeft de ingestelde zaagdiepte
aan.
Sluit de draaiknop [11-2] bij de gewenste zaag-
diepte.
Controleer voor het eerste gebruik of de aange-
geven en beschikbare zaagdiepte met elkaar
overeenstemmen (bijv. bij 0 mm). Indien ge-
wenst kunt u de schroef [11-3] losdraaien en de
zaagdiepte-naald opnieuw afstellen.
8.2
Aanslag instellen
De meegeleverde aanslag kan aan alle vier de kan-
ten van de machine worden bevestigd (afbeelding
[12]).
Klemming van het werkstuk!
De aanslag voor het zaagblad aan de voor-
kant van de tafel bevestigen!
De aanslag biedt de volgende instelmogelijkheden:
• Afstelling parallel aan de tafelkant - hiervoor
draaiknop [12-8] losdraaien.
• Afstelling loodrecht op de tafelkant - hiervoor
draaiknop [12-6] losdraaien.
• Afstelling van de aanslagliniaal [12-1] in de leng-
terichting - hiervoor draaiknop [12-4] losdraai-
en. De aanslagliniaal kan bij dunne werkstukken
in een lage stand (afbeelding [12A]), en bij dikke
werkstukken in een hoge stand (afbeelding [12])
op de houder worden vastgeklemd.
• Hoekafstelling aan de hand van de schaal [12-5]
- hiervoor draaiknop [12-3] losdraaien en fixeer-
stift [12-2] omhoogbrengen. De draaibare fixeer-
stift klikt bij de meest gangbare hoekinstellingen
in.
Door aan de fixeerstift te draaien wordt voorko-
men dat hij inklikt.
Verzeker u er voor aanvang van de werk-
zaamheden van dat alle draaiknoppen van
de aanslag vastgedraaid zijn. De aanslag
mag alleen in een vaste positie en niet voor
het schuiven van het werkstuk worden ge-
bruikt.
9
Het werken met de machine
Neem de volgende aanwijzingen in acht:
Stel de bovenste beschermkap zo in, dat deze op
het werkstuk ligt en klem de beschermkap in
deze stand met de draaiknop [9-2] vast.
Gebruik de aanslag als lengteaanslag om het
werkstuk te geleiden.
Aan de hand van de schalen [10-1] kunt u de
zaagbreedte instellen.
Voer het werkstuk met de hand aan. Gebruik de
duwlat [12-7] om het werkstuk veilig voorbij het
zaagblad te geleiden. Plaats de duwlat in het
opbergruimte [12-9] als u hem niet gebruikt.
10
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
Haal vóór alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden de stekker altijd uit het stopcontact!
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden,
waarvoor het vereist is de motorbehuizing te
openen, mogen alleen door een geautoriseerde
onderhoudswerkplaats worden uitgevoerd.
Beschadigde beveiligingsinrichtingen en onderde-
len moeten op deskundige wijze in een erkende en
gespecialiseerde werkplaats gerepareerd en ver-
vangen worden, voor zover niets anders in de ge-
bruiksaanwijzing aangegeven is.
Pleeg regelmatig onderhoud, zodat u er zeker van
bent dat de machine naar behoren werkt:
Verwijder stofafzettingen door ze af te zuigen.
Een versleten of beschadigd tafelinzetstuk dient
te worden vervangen.
Wikkel de stroomkabel na beëindiging van de
werkzaamheden op de houders [12-9].
11
Speciale gevaaromschrijving voor
het milieu
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil
mee! Voer de apparaten, accessoires en verpakkin-
gen op milieuvriendelijke wijze af! Neem de gel-
dende nationale voorschriften in acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake ge-
bruikte elektrische en elektronische apparaten en
de omzetting hiervan in de nationale wetgeving die-
nen oude elektrische apparaten gescheiden te wor-
den ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te
worden afgevoerd.
Informatie voor REACh:
www.festool.com/reach
12
EG-conformiteitsverklaring
Opname-eenheid voor handcir-
kelzaagmachines
CMS-TS-55-R
Jaar van de CE-markering:2011
CMS-TS-55-R
NL
Serie-nr.
10002996
33