10.7. Luchtdichtheidstest en ontluchting, vullen van koelvloeistof
1 Luchtdichtheidstest
De luchtdichtheidsproef dient te worden uitgevoerd met de afsluiter van het buitenapparaat gesloten en breng de verbindingspijpen en het binnen-
apparaat onder druk via de dienstopening van de afsluiter op het buitenapparaat. (Breng altijd druk aan via de dienstopeningen van zowel de
vloeistof- als gaspijpen.)
A Stikstofgas
B Naar binnenapparaat
C Systeemanalysator
D Laag-knop
E Hoog-knop
F Kogelkep
G Vloeistofpijp
H Gaspijp
I Buitenapparaat
J Dienstopening
De methode voor het uitvoeren van de luchtdichtheidsproef is in essentie gelijk aan die voor oudere modellen. Aangezien de beperkingen een grote
invloed hebben op de verslechtering van de koelmacine-olie, dient u zich er altijd aan te houden. Verder zal een lek van een niet-azeotropische koelstof
(R407C , etc) de samenstelling van de koelstof veranderen en een vermindering van prestaties tot gevolg hebben. Daarom dient u, aangezien de totale
hoeveelheid vervangen moet worden bij een gaslek, de luchtdichtheidsproef zorgvuldig uit te voeren.
Procedure voor luchtdichtheidsproef
1. Op druk brengen met stikstofgas
(1) Wanneer u de druk heeft gebracht op de fabriekswaarde (2,98 MPa) met behulp
van stikstofgas, dient u het systeem gedurende één dag te laten staan. Indien de
druk niet zakt, is de luchtdichtheid goed.
Indien de druk echter wel zakt kunt u, aangezien de plaats van het lek niet bekend
is, de volgende bellentest uitvoeren.
(2) Nadat u het systeem op de hierboven beschreven manier op druk heeft gebracht,
dient u optrompaansluitingen, gesoldeerde aansluitingen, flenzen en andere on-
derdelen die kunnen lekken te bespuiten met een middel dat bellen kan vormen
(Kyuboflex, etc.) en visueel te controleren of er zich ergens bellen vormen.
(3) Na de luchtdichtheidsproef, dient u het middel dat bellen kan vormen weg te ve-
gen.
2. Op druk brengen met koelstofgas en stikstofgas
(1) Na afdichting met vloeibare R407C vanuit een cilinder en het op druk brengen tot
een gasdruk van ongeveer 0,2 MPa, dient u het systeem met stikstofgas op druk
te brengen tot de fabriekswaarde (2,98 MPa).
U dient de druk echter niet in één keer aan te brengen. Tijdens het op druk bren-
gen dient u te stoppen en te controleren of de druk niet zakt.
(2) U dient op gaslekken te controleren via controle van optrompaansluitingen, gesold-
eerde aansluitingen, flenzen en andere onderdelen die kunnen lekken door ge-
bruik te maken van een elektrische gaslekdetector, compatibel met R407C.
(3) Deze test kan worden gebruikt samen met de bellentest voor gaslekken.
Voorzichtig:
Gebruik geen andere koelstof dan R407C.
- Indien een andere koelstof (R22, enz.) wordt gebruikt, kan het chloor in de koelstof ervoor zorgen dat de kwaliteit van de koelmachine-olie verslech-
tert.
148
A
C
F
B
LO
C
HI
(Laag)
(Hoog)
D
E
Beperking
• Indien een ontvlambaar gas of lucht (zuurstof) wordt ge-
bruikt voor het op druk brengen, kan het ontvlammen of
exploderen.
• Gebruik geen andere koelstof dan die welke staat aan-
gegeven op het apparaat.
• Afdichten met gas uit een cilinder zorgt ervoor dat de
samenstelling van de koelstof in de cilinder verandert.
• Gebruik een drukmeter, vuldoos en andere onderdelen
die speciaal zijn bedoeld voor R407C.
• Een elektrische lekdetector voor R22 kan geen lekken
detecteren.
• Gebruik geen halogeenlamp. (Hierbij kunnen geen lek-
ken worden gedetecteerd.)
G
H
I
J