11. Elektrische aansluitingen
11.1. Voorzichtig
1 Volg de voorschriften van uw overheidsorgaan voor technische standaards met betrekking tot elektrische apparaten, bedradingsvoorschriften en
aanwijzingen van elk elektriciteitsbedrijf.
Waarschuwing:
Let er op dat erkende elektrotechnici het elektrische werk doen met speciale elektrische circuits in overeenstemming met de voorschriften
en deze installatiehandleiding. Wanneer het stroomvoorzieningscircuit gebrek aan capaciteit heeft of gebreken vertoont, kan dit een elektri-
sche schok of brand veroorzaken.
2 Bedrading voor de bediening (transmissieleiding) moet apart van de voedingskabel worden aangelegd zodat deze niet wordt beïnvloed door
elektrische ruis van de voedingskabel. (Plaats de transmissieleiding en de voedingskabel niet in dezelfde elektriciteitsbuis.)
3 Zorg voor de voorgeschreven aarding voor het buitenapparaat.
Voorzichtig:
Zorg dat het buitenapparaat geaard is. Bevestig de aardleiding niet aan een gasleiding, waterleiding, bliksemafleider of aardleiding voor de
telefoon. Wanneer de aarding niet volledig is, kan dit een elektrische schok veroorzaken.
4 Geef wat ruimte rond de bedrading van de doos met elektrische onderdelen van de binnen- en buitenapparaten, want deze doos moet soms
verwijderd worden bij onderhoudswerkzaamheden.
5 Verbind de voedingskabel nooit met het aansluitbed van de transmissieleiding. Wanneer u dit doet, branden de elektrische onderdelen door.
6 Gebruik voor de transmissiekabel tweeaderig, afgeschermd snoer ( merkteken in de onderstaande afbeelding). Als de transmissiekabels van de
verschillende systemen allen via een dikke, meeraderige kabel lopen, kan de slechte verzending/ontvangst problemen in de werking van de
apparatuur veroorzaken (× merkteken in de onderstaande afbeelding).
7 Alleen de gespecificeerde transmissieleiding moet aangesloten worden op het aansluitblok voor transmissie van het buitenapparaat.
(Transmissieleiding om aangesloten te worden op een binnenapparaat: Aansluitblok TB3 voor een transmissieleiding, Anders: Aansluitblok TB7
voor centrale bediening) Bij foutieve aansluiting zal het systeem niet werken.
8 Wanneer een aansluiting moet worden gemaakt met de hoofdbedieningseenheid of apparaten van verschillende koelsystemen in groepsverband
moeten werken, moet een transmissieleiding voor bediening gelegd worden tussen de buitenapparaten. Sluit deze bedieningsleiding aan tussen de
aansluitblokken voor centrale bediening. (2-dradige leiding zonder polariteit) Wanneer apparaten van verschillende koelsystemen samenwerken
zonder de aansluiting op de hoofdbedieningseenheid, verplaats dan de invoegklem van de kortsluitverbindingsklem van CN41 van één buiten-
apparaat naar CN40.
9 De groep wordt ingesteld met behulp van de afstandsbediening.
0 Voorzichtig! Als de elektrische verbindingen (L1, L2, L3, N,
TB3: Aansluitblok voor transmissieleiding, TB7: Aansluitblok voor centrale bediening
A Buitenapparaat
B Twee-aderige kabel
C Binnenapparaat
D Afstandbediening
E Meeraderige kabel
) verkeerd worden gemaakt, kan dit leiden tot beschadiging van het apparaat.
A
C
TB3
B
TB7
D
TB3
B
TB7
A
C
TB3
E
TB7
D
TB3
TB7
153