•
Zorg ervoor op dat de handgreep volledig open is na het ontluchten en het
vullen met koelvloeistof. Als u het apparaat in werking stelt met gesloten afsluiter,
komt de hoge- of lagedrukkant van het koelcircuit onder een abnormale druk
te staan, hetgeen schade kan veroorzaken aan de compressor, de 4-wegklep,
enz.
•
Bepaal, met behulp van de formule, hoeveel extra koelvloeistof bijgevuld moet
worden en vul de extra koelvloeistof bij via de dienstopening na het voltooien
van de pijpaansluitingswerkzaamheden.
•
Draai de dienstopening aan na voltooiing van de werkzaamheden en dop de
opening goed af om een gaslek te voorkomen.
•
De maat van de optrompverbindingen van systemen die de koelstof R410A
gebruiken is groter dan die van systemen die andere soorten koelstof gebrui-
ken, zodat de luchtdichtheid wordt vergroot.
•
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de maat van de optrompverbindingen
en volg de bijbehorende lokale regels. Dicht de opening van de leiding af met
afsluitmateriaal (niet meegeleverd) om er desgewenst voor te zorgen dat er
geen dieren in de leidingen kunnen binnendringen.
Maat van optrompverbinding (mm)
buitendiameter
ø6,35
ø9,52
ø12,70
ø15,88
ø19,05
Maat van optrompmoer (mm)
buitendiameter
ø6,35
ø9,52
ø12,70
B
ø15,88
ø19,05
[Fig. 9.2.2] (P.4)
<A> [Kogelklep (Lagedrukzijde/flenstype flens)]
<B> [Kogelklep (Hogedrukzijde/optromptype)]
<C> Deze afbeelding toont de volledig geopende klep.
A Klepstang
[Het kogelventiel is volledig gesloten bij verzending vanaf de fabriek, werk-
zaamheden aan de pijpen, ontluchting en bijvulling van koelvloeistof. Zorg
ervoor op dat de kogelklep volledig open is na voltooiing van de hier genoemde
werkzaamheden.]
B Stopspie [Voorkomt dat de klepstang over 90° of meer wordt gedraaid.]
C Pakking (accessoire)
[Fabrikant: Nichiasu corporation]
[TypeType: T/#1991-NF]
D CoVerbindingspijp (accessoire)
[Plaats de pakking op de klepflens zodat er geen gas kan lekken. (Torsie bij
vastdraaien: 40 N·m) Breng op beide zijden van de pakking een laag koel-
machineolie aan. (esterolie, etherolie of alkylbenzeen [kleine hoeveelheid])]
E Open (Langzaam bedienen)
F Dop
[Verwijder de dop en bedien de klepstang. Zorg ervoor dat de dop in de oude
staat wordt teruggebracht na voltooiing van de werkzaamheden. (Torsie bij
vastdraaien dop klepstang: 23 ~ 27 N·m)]
G Dienstopening
[Gebruiken voor ontluchting en bijvullen van aangelegde pijpen.
Gebruik een tweezijdige steeksleutel voor het openen en sluiten.
Zorg ervoor dat de dop in de oude staat wordt teruggebracht na voltooiing van
de werkzaamheden. (Torsie bij vastdraaien dop dienstopening: 12 ~ 15 N·m)]
H ø12,7 (PQHY-P400)
ø15,88 (PQHY-P500)
I ø28,58 (PQHY-P400)
ø28,58 (PQHY-P500)
J Zelf aan te schaffen pijpen
[Fig. 9.2.3] (P.4)
A Warmtewisselaar
C Gasbuis
E Verbindingspijp tussen warmtewisselaar – compressor (ø28,58 flens +
gesoldeerd)
F Verbindingspijp tussen warmtewisselaar – compressor (ø19,05 optromp +
gesoldeerd)
G Verbindingspijp tussen warmtewisselaar – compressor (ø9,52 optromp +
gesoldeerd)
H Kogelklep
I Adapter voor externe verwarming (3-aderig)
•
Sluit op locatie de pijpen op de compressor en de warmtewisselaar aan. De
pijpdiameters zijn als volgt.
Breng de pijpen aan volgens de instructies in hoofdstuk 9.4 Thermische
isolatie van koelpijpen.
maat A
maat in inch
R410A
1/4"
9,1
3/8"
13,2
1/2"
16,6
5/8"
19,7
3/4"
24,0
maat B
maat in inch
R410A
1/4"
17,0
3/8"
22,0
1/2"
26,0
5/8"
29,0
3/4"
36,0
B Compressor
D Vloeistofbuis
Toe te passen torsie bij vastdraaien met momentsleutel:
Buitendiameter koperen pijp (mm)
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø15,88
ø19,05
Grootte van aandraaihoek:
Pijpdiameter (mm)
Aandraaihoek (°)
ø6,35, ø9,52
60 tot 90
ø12,7, ø15,88
30 tot 60
ø19,05
20 tot 35
[Fig. 9.2.4] (P.4)
Opmerking:
Wanneer u geen momentsleutel heeft kunt u de volgende methode gebrui-
ken:
Wanneer u met een steeksleutel een optrompmoer steeds verder aandraait,
kunt u op een gegeven moment een plotselinge toename in de aandraaitorsie
voelen. Draai vanaf dit punt de moer over het aantal graden dat in de boven-
staande tabel staat.
Voorzichtig:
•
Zorg ervoor dat u de verbindingspijp losmaakt van de kogelklep en de
pijp buiten het apparaat hardsoldeert.
- Wanneer u de pijp hardsoldeert terwijl hij bevestigd zit kan dit de kogelklep
verhitten, hetgeen schade aan de klep of gaslekkage kan veroorzaken. Het
kan eveneens draden binnen het apparaat verbranden.
•
Gebruik als koelmachineolie esterolie, etherolie of alkylbenzeen (kleine
hoeveelheden) voor het aanbrengen van een laag op contactoppervlakken
van uiteinden en flenzen.
- Koelmachineolie degradeert indien deze met een groet hoeveelheid mine-
rale olie wordt gemengd.
•
Zorg dat de kogelklep gesloten blijft tot het bijvullen van koelstof op locatie
is voltooid. De unit zou kunnen worden beschadigd als de kogelklep wordt
geopend voordat de koelstof is bijgevuld.
•
Gebruik geen toevoegsel voor het opsporen van lekkages.
9.3. Luchtdichtheidsproef, ontluchting en
bijvullen van koelstof
1 Luchtdichtheidsproef
Pomp met een vacuümpomp via de onderhoudsaansluiting op de kogelklep
van de warmtewisselaar de verbindingspijpen en de binnenapparaten leeg.
Hierbij dient de kogelklep op de compressor gesloten en de kogelklep op de
warmtewisselaar geopend te zijn, zoals getoond in de onderstaande afbeel-
ding. (Pomp zowel aan de onderhoudspoort aan vloeistofzijde als aan gas-
zijde).
[Fig. 9.3.1] (P.5)
<A> Open
<B> Gesloten
A Stikstofgas
B Naar binnenapparaat C Systeemanalysator
D Laag-knop
E Hoog-knop
G Vloeistofbuis
H Gasbuis
J Dienstopening
K Warmtewisselaar
Neem de volgende beperkingen in acht bij het uitvoeren van een luchtdichtheids-
proef om te zorgen dat dit geen nadelige invloed heeft op de koelolie. Ook met
niet-azeotropische koelstoffen (R410A) kunnen gaslekken tot gevolg hebben dat
de samenstelling anders wordt, waardoor de prestaties verminderen. Voer de lucht-
dichtheidsproef daarom zorgvuldig uit.
Torsie bij vastdraaien (N·m)
14 tot 18
35 tot 42
50 tot 57,5
75 tot 80
100 tot 140
F Kogelklep
I Buitenapparaat
L Compressor
73