1.8
WERKINGSPRINCIPE VAN DE VENTILATIEWARMTEPOMP-BOILER
De Ventilatiewarmtepomp boiler bestaat uit een
expansieventiel (1), een lucht-warmtewisselaar (2),
een compressor (3) en een water-warmtewisselaar
(4). Een koudemiddel circuleert in het gesloten
systeem (5). In het expansieventiel worden de druk
en temperatuur van het koudemiddel verlaagd,
waardoor het verdampt. Het haalt warmte uit de lucht
(6) via de lucht-warmtewisselaar. De damp wordt
vervolgens gecomprimeerd door de compressor. Dit
verhoogt de druk en de temperatuur (7). De warmte
wordt overgedragen aan het water via de water-
warmtewisselaar (8). Dit proces wordt herhaald totdat
aan de warmwatervraag is voldaan. Hierdoor is het
mogelijk om water met een lage temperatuur van
10 °C te verwarmen tot warm water met een
temperatuur van 60 °C. Dit maakt het mogelijk om vier
delen energie (warmte) te creëren uit slechts één deel
energie (elektriciteit).
1.9
CONFIGURATIE
Configuraties die niet zijn toegestaan
Verbinding met de zolder of bovenste verdieping.
De toevoer van lucht uit een verwarmde ruimte door de
VHW.
Koppeling aan de mechanische ventilatie.
Een behuizing rondom de VHW buitenshuis maken of terug-
drijving van lucht binnen.
Koppeling aan een bodemwarmtewisselaar.
Ook niet toegestaan:
•
Een ventilatieverbinding met een droger.
•
Installatie in een stoffige kamer.
•
Lucht inlaten die oplosmiddelen en / of explosieve stoffen bevat.
•
Aansluiting op een afzuigventilator die vette en vervuilde lucht afzuigt.
•
Installatie van de VHW in een kamer waar kans op vorst is.
•
Installatie van de VHW boven de boiler.
•
Installatie in een atmosfeer met chloordampen (bijvoorbeeld een zwembad) of fluordampen.
•
Installatie in de buurt van zeegebieden of chemische fabrieken.
•
Aanvoer stoffige lucht.
6
2
1
3
4
7
8
Gevolgen
Indien de isolatie tussen het huis en de zolder niet
voldoende is, kan het warmteverlies groter worden door
deze verbinding. En de mogelijkheid bestaat dat zich vocht
ophoopt op het plafond van de kamers direct onder de
zolder. Er is een kans dat er objecten vallen of stof wordt
aangetrokken door de VHW. Dit kan de levensduur van de
VHW verkorten.
De lucht die wordt aangezogen door de VHW is al
verwarmd door een andere warmtebron in het systeem. In
wordt er niet geprofiteerd van het grootste voordeel van de
VHW (het omzetten van "gratis" energie in warmte).
Het volume lucht dat nodig is voor de VHW (380 / 490
m/u) komt niet overeen met het volume lucht bij een
mechanische ventilatie (100 m/u). Bovendien kunnen de
dampen van vet en stof in de kanalen van de mechanische
ventilatie door deze kanalen circuleren en dat kan leiden
tot een kortere levensduur van de VHW.
Dit zal een groot verlies in de prestatiecoëfficiënt (COP) en
een sterke afkoeling in de kamer veroorzaken.
- Wrijvingsverliezen.
- Problemen met de symmetrisatie van de twee
ventilatoren in de bodemwarmtewisselaar.
- De verdamper zal waarschijnlijk verstopt raken.
5
105