3. INSTALLATIE
•
Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een erkende installateur.
•
De warmtepompinstallatie dient te voldoen aan de geldende voorschriften.
•
Controleer of alle aansluitingen van de leidingen intact zijn en niet zijn los geschud tijdens het transport.
!
OPMERKING: Lekkage koudemiddel!
•
Uitsluitend bevoegde installateurs mogen het koudemiddelcircuit onderhouden en repareren.
3.1
PLAATS VAN INSTALLATIE
Gelieve op het volgende te letten bij de keuze van de plaats van
installatie:
•
Het apparaat dient in een droge, vorstvrije ruimte te worden
geïnstalleerd. De temperatuur van de toevoerlucht moet tussen
de -10 °C en 35 °C liggen om de prestaties van het apparaat te
optimaliseren.
•
Het apparaat dient op een ondergrond te worden geplaatst die
voldoende sterk en vlak is.
•
De luchtuitlaat en luchtinlaat mogen zich niet op plekken
bevinden waar sprake is van explosiegevaar veroorzaakt door
gas, stoom of stof.
•
Zorg ervoor dat condensaatafvoeren correct werken.
•
De ondergrond onder het apparaat moet sterk genoeg zijn (het
apparaat weegt ongeveer 400 kg wanneer het vat wordt gevuld,
en het gewicht wordt gelijkmatig verdeeld over de 3 verstelbare
poten van het vat).
•
De VHW dient in een gemakkelijk toegankelijke ruimte te worden
geïnstalleerd in verband met onderhoud en verwijdering aan het
eind van de levensduur.
Als het apparaat slechts één kanaal (inlaat- of uitlaatkanaal) heeft,
kan in de installatieruimte een negatief of positieve druk worden
gecreëerd als het apparaat in bedrijf is. Als op dezelfde plaats al
andere apparaten zijn geïnstalleerd, dient u er rekening mee dat het
apparaat een vrije ruimte van minstens 220 cm2 voor de luchtinlaat
en -uitlaat nodig heeft om correct te kunnen functioneren.
Opmerking: De vrije ruimte van 220 cm2 is alleen vereist voor de
correcte werking van de warmtepomp.
Om een foutloze werking van en gemakkelijke toegang tot
alle onderdelen en aansluitingen voor service en onderhoud
te garanderen, dienen de in figuur 1 gespecificeerde minimale
afstanden te worden aangehouden.
Installatie van het apparaat
•
Verwijder de externe beschermende verpakking.
•
Til het apparaat van de pallet en plaats het op de ondergrond.
Zorg ervoor dat de metalen kap van de WP-unit niet wordt
beschadigd. Alleen optillen aan de kant van het vat!
•
Om het apparaat correct uit te lijnen op de plaats van installatie,
verstelt u de hoogte van de verstelbare voetjes.
•
Zorg voor de juiste positionering van alle temperatuursensoren,
zie figuur 2 en 3.
Om ervoor te zorgen dat het systeem feilloos werkt en het
condensaat correct wordt afgevoerd, dient het apparaat verticaal te
worden uitgelijnd. Het apparaat dient 1° over te hellen in de richting
van de condensaatafvoer.
OPMERKING: Mogelijke schade aan externe behuizing!
!
•
Kantel het apparaat niet meer dan 20° op de poten ervan.
•
Plaats een opvangbak onder de VHW, wanneer deze boven een
kamer is geplaatst.
≥430
≥2200
≥500
≥400
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
109