DEFECTEN
De brander vergrendelt
tijdens de voorventilatie.
De brander blijft de ont-
stekingscyclus
herha-
len
zonder
dat
vergrendeling ingrijpt.
STORINGEN IN DE WERKING
DEFECTEN
D e b r a n d e r w o r d t
vergrendeld tijdens
de werking.
De brander stopt
met werken.
3287
MOGELIJKE OORZAKEN
De luchtdrukschakelaar geeft geen
contact.
De vlam is aanwezig.
De gasdruk van het netwerk is dichtbij
de waarde waarop de gasdrukschake-
laar is geregeld. De onverwachte druk-
afname die plaats heeft bij de opening
van het ventiel, veroorzaakt de ope-
ning van de drukschakelaar zelf, het
de
ventiel sluit dus onmiddellijk opnieuw
en de motor wordt stilgelegd.
De druk stijgt daarna weer, de druk-
schakelaar sluit weer en doet de ont-
stekingscyclus weer starten, en zo
voort.
MOGELIJKE OORZAKEN
Sonde aan de massa.
De vlam verdwijnt 4 maal.
Opening van de luchtdrukschakelaar.
Opening van de gasdrukschakelaar.
De drukschakelaar is defect; vervang
hem.
De luchtdruk is te laag (slecht geregel-
de kop).
Defecte ventielen: vervang ze.
Verlaag de regeling van de druk van de
drukschakelaar.
Controleer de correcte positie, en her-
stel zo eventueel volgens de aanduidin-
gen in deze handleiding.
Reinig of vervang de ionisatiesonde.
Controleer de gasdruk van het netwerk
en/of regel de elektromagnetische klep,
zoals wordt aangeduid in deze handlei-
ding
De luchtdruk is te laag (slecht gere-
gelde kop).
De luchtdrukschakelaar is defect: ver-
vang hem.
Controleer de netwerkdruk en/of regel
de elektr omagnetische klep, zoals
wordt aangeduid in deze handleiding.
15 NL
OPLOSSINGEN
OPLOSSINGEN