Regeling Van De Verbranding - Riello Burners 40 Manuel D'entretien

REGELING VAN DE VERBRANDING

Conform de Richtlijn Rendement 92/42/EEG, moeten de toepassing van de brander op de ketel, de
regeling en de testen worden uitgevoerd volgens de handleiding van de ketel. Hieronder valt ook de
controle van de CO en CO
gemiddelde temperatuur van het water van de ketel. Het wordt aangeraden om de brander af te stellen
volgens de aanwijzingen in de volgende tabel, in functie van het gebruikte type van gas:
EN 676
CO2 max. theoretisch
GAS
0 % O
G 20 11,7
G 25 11,5
G 30 14,0
G 31 13,7
STAND ELEKTRODE-SONDE
BELANGRIJK
Niet aan de ontstekingselektrode draaien, laat ze in de stand zoals aangeduid op de tekening. Indien
de elektrode te dicht bij de sonde komt dan kan zij de versterker van de controledoos vernietigen.
Steun de keramiek
aan de vlamhouder
Sonde
D5033
IONISATIESTROOM
De minimumstroom om de controledoos te
doen werken is 5 µA.
De brander geeft duidelijk een hogere
stroom, maar behoeft normaal gezien geen
enkele controle. Wanneer u toch de ionisa-
tiestroom wil meten, moet u de connector
openen (CN1), (raadpleeg het elektrisch schema op pag. 5) die in de rode draad is geplaatst, en een
microampèremeter plaatsen.
3287
concentratie en de rookgassen, de temperatuur van de rookgassen en de
2
LUCHTOVERMAAT: max. vermogen λ ≤ 1,2 – min. vermogen λ ≤ 1,3
Instelling CO
λ = 1,2
2
9,7
9,5
11,6
11,4
Gaspijpstuk
Sonde
%
2
λ = 1,3
9,0
8,8
10,7
10,5
Ontstekingselektrode
2
OPGELET 2,5
D4625
Stopcontact
controledoos
7
NL
NO
CO
mg/kWh
mg/kWh
≤ 100 ≤ 170
≤ 100 ≤ 170
≤ 100 ≤ 230
≤ 100 ≤ 230
Elektrode
÷
3,5 mm
Connector
_
+
x
Sonde