VISUELE DIAGNOSEFUNCTIE CONTROLEDOOS
De bijgeleverde controledoos bezit een diagnosefunctie waarmee de eventuele oorzaken van storingen
opgespoord kunnen worden (melding: LED ROOD).
Om deze functie te gebruiken moet u de ontgrendelingsknop minstens 3 seconden lang indrukken vanaf
het ogenblik dat de brander in de veilige staat gezet is (vergrendeling).
De controledoos geeft een serie pulsen die om de 2 seconden herhaald worden.
RODE LED brandt
ontgrendeling 3 sec. indrukken
De volgorde van de door de controledoos voortgebrachte pulsen geeft de mogelijke soorten storingen aan die
in de volgende tabel worden opgenoemd.
SIGNAAL
2 pulsen
3 pulsen
4 pulsen
6 pulsen
7 pulsen
Om de controledoos na de weergave van de visuele diagnosefunctie te resetten moet
OPGELET
de ontgrendelingsknop worden ingedrukt.
3287
Geen stabiel vlamsignaal na de veiligheidstijd:
– ionisatiesonde defect;
– gaskleppen defect;
– fase/nulleider omgekeerd;
– ontstekingstransformator defect;
– slechte afstelling van de brander (onvoldoende gas).
Minimum luchtdrukschakelaar sluit niet of is reeds gesloten vóór de sluiting van
de limietthermostaat:
– luchtdrukschakelaar defect;
– luchtdrukschakelaar slecht geregeld.
Aanwezigheid van de vlam:
– na de sluiting van de begrenzingsthermostaat;
– tijdens de preventilatie.
Luchtdrukverlies:
– tijdens de voorventilatie;
– tijdens de veiligheidstijd of de werking.
4 Maal doving van de vlam tijdens de werking:
– slechte afstelling van de brander (onvoldoende gas);
– defect van de ionisatiesonde;
– defect van de gasklep;
– kortsluiting tussen ionisatiesonde en aarde.
Tussenpoos
Pulsen
MOGELIJKE OORZAAK
13 NL
2s
Pulsen