AFSTELLING BRANDERKOP
Draai de schroef (A) los, de elleboog (B) zodanig
verplaatsen dat het achterste gedeelte van de
mof (C) overeenstemt met de gewenste inkeping.
De schroef (A) terug vastdraaien.
Voorbeeld:
De brander is gemonteerd op een ketel van 40 kW.
Veronderstel een rendeut van 90% bedraagt, dan
moet de brander een debiet geven van ongeveer
44 kW.
Het diagram toont aan dat voor dit
vermogen, de regeling moet wor-
den uitgevoerd op inkeping 3.
Het diagram is enkel indicatief en
geldt voor de eerste regeling.
Om de goede werking van de
luchtdrukschakelaar te waarbor-
gen, kan het echter nodig zijn om
de opening van de branderkop te
verkleinen
(inkeping
stand 0).
REGELING VAN DE LUCHTKLEP
Het motortje voor het openen van de klep (1) bedient de
klep (6); de brander begint niet te werken, voordat de klep
(6) volledig open is.
Voor de regeling van de vaste klep (4), doet u het volgende:
los de schroeven (3 en 5) en draai de klep tot aan het
gewenste punt (2).
Eens de optimale regeling bereikt is, bevestigt u de
schroeven (3 en 5).
De regeling van de klep varieert bij elke afzonderlijke toe-
passing, en daarom is het nodig om een afstellingsinstru-
ment te gebruiken voor het verkrijgen van een efficiënt
verbrandingsresultaat.
Belangrijk:
Het wordt aangeraden om een analyse uit te voeren van
de verbrandingswaarden, wanneer de kap gemonteerd is.
3287
kcal/h
kW
60.000
50.000
40.000
richting
30.000
20.000
10.000
C
A
B
70
60
50
44
40
30
20
10
0
1
2
3
6
NL
2
3
4
D7305
S7015
D5137
5
Nr. inkep
1
5
6
4