dere gebeurt wanneer de motor draait en de koppeling in-
geschakeld.
Raak de snelheidsregelaar niet aan wanneer de motor uitge-
schakeld is. Dit kan de regelaar zelf beschadigen.
OPMERKING Indien de machine niet vooruitgaat met
de bediening in de stand «
de stand «
» en vlak daarna weer in de stand «
brengen.
2.5 Afstelling maaihoogte
De maaihoogte kan door middel van de speciale hendels
(1) afgesteld worden.
De hoogte moet voor de vier wielen gelijk zijn.
U MAG DIT ENKEL DOEN ALS DE SNIJ-INRICHTING
STIL STAAT.
3. HET GRAS MAAIEN
3.1a Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen
van het gras (functie "mulching"):
– B ij de modellen met mogelijkheid tot zijdelings aflaten:
verzeker u ervan dat de zijdelingse aflaatbeveiliging (1)
omlaag is.
3.1b Voorbereiding voor het maaien en de zijde-
lingse aflaat van het gras (indien voorzien)
– H ef de zijdelingse aflaatbeveiliging (1) op en breng de
zijdelingse aflaatdeflector (2) aan zoals aangegeven op
de afbeelding.
– H ersluit de zijdelingse aflaatbeveiliging (1) zodat de
zijdelingse aflaatdeflector (2) geblokkeerd is.
3.2 Starten van de motor
Voor het opstarten, volgt men de aanwijzingen in de hand-
leiding van de motor
• Modellen met handmatige start
T rek de remhendel van de snij-inrichting (1) tegen de
handgreep en geef een stevige ruk aan het handvat van
de startkoord (2).
• Modellen met elektrisch start met sleutel
T rek de remhendel van de snij-inrichting (1) tegen de
handgreep en verdraai de contactsleutel (3).
• Modellen met elektrisch start met toets
S teek de consensussleutel (4) in zijn zitting, trek vervol-
gens de hendel an de rem van de snij-inrichting (1) tegen
de handgreep, druk op de startknop (5) en houd deze in-
gedrukt tot de motor opstart.
3.3 Het gras maaien
Het gazon zal er beter uitzien als het steeds op dezelf-
de hoogte en afwisselend in de twee richtingen gemaaid
wordt.
Een machine die voorzien is van het systeem "MULCHING"
maait het gras, maalt het klein en verspreidt het over het
gazon. Het is dus niet noodzakelijk het afgemaaide gras
bijeen te rapen.
Voor de beste resultaten van "MULCHING", dient men de
volgende aanwijzingen op te volgen:
1. M aai het gras niet te kort af. Maai het gras slechts voor
1/3 van de hoogte af.
2. Houd het chassis steeds goed schoon (van onderaan).
3. G ebruik steeds goed geslepen snij-inrichtingen.
4. M aai geen nat gras. Dit wordt gemakkelijker opgehoopt
» volstaat het de hendel in
» te
onder het chassis en verslechtert het resultaat van het
maaien aanzienlijk.
Raadgevingen voor de zorg van het gazon
Iedere soort gras heeft verschillende kenmerken en er kun-
nen dus verschillende werkwijzen nodig zijn om het gazon
te verzorgen; lees steeds de aanwijzingen op de zaadver-
pakkingen met betrekking op de maaihoogte, en al naarge-
lang de groeicondities van de zone waar men werkt.
Houd er rekening mee dat de meeste soorten gras uit een
steel en een of meerdere bladeren bestaan. Als de blade-
ren volledig afgemaaid worden, wordt het gazon bescha-
digd en zal het moeilijker teruggroeien.
Over het algemeen, gelden de volgende aanwijzingen:
– e en te laag maainiveau veroorzaakt scheuren en leegtes
in het grasveld, en een "gevlekt" aspect";
– i n de zomer, moet het gras hoger gemaaid worden om te
vermijden dat het terrein uitdroogt;
– m aai het gras niet wanneer het nat is; dit zou de werk-
zaamheid van de snij-inrichting verminderen omwille van
het gras dat eraan vastkleeft en zou scheuren in het gras-
veld veroorzaken;
– i ndien het gras bijzonder hoog is, is het raadzaam eerst
op de maximaal toegestane hoogte te maaien en ver-
volgens een tweede maaibeurt te doen na twee of drie
dagen.
3.4
Einde van het werk
Laat, na het werken, de hendel (1) van de rem los en maak
het dopje van de bougie (2) los.
• Modellen met elektrisch start met sleutel
V erwijder de contactsleutel (3).
• Modellen met elektrisch start met toets
D uw op het lipje (5) en verwijder de consensussleutel (4).
WACHT TOT DE SNIJ-INRICHTING STIL STAAT, vooral-
eer eender welke ingreep uit te voeren.
4. GEWOON ONDERHOUD
Bewaar de grasmaaier op een droge plaats.
BELANGRIJK Een regelmatig en zorgzaam onderhoud,
dat minstens jaarlijks wordt uitgevoerd, is onontbeerlijk om
de veiligheid en originele performances van de machine met-
tertijd te behouden.
Iedere ingreep voor afstelling of onderhoud moet uitge-
voerd worden bij stilstaande motor, en na de kabel van de
bougie losgemaakt te hebben.
1) D raag robuuste werkhandschoenen bij alle ingrepen
voor reiniging, onderhoud of afstelling van de machine.
2) R einig de machine zorgvuldig met water na ieder ge-
bruik; verwijder de resten van gras en modder die bin-
nen het chassis opgestapeld worden om te vermijden
dat deze resten, wanneer ze opdrogen, een volgend op-
starten moeilijk maken.
3) D e verf aan de binnenkant van het chassis kan metter-
tijd loskomen ten gevolge van de krassende actie van
het gemaaide gras; in dit geval moet men onmiddellijk
de verflaag bijwerken met een antiroestverf, om de vor-
ming van roest te voorkomen, die tot corrosie van het
metaal zou kunnen leiden.
4) I ndien toegang tot het binnendeel van de machine no-
5