Toerental R1, L1
(omw./min.)
Toerental R2, L2
(omw./min.)
5. Vervangen van de olie in de tandwielkast
Kantel de spilkop zoals getoond in afb. B. Verwijder de aftapplug en laat alle olie wegstromen. Draai hierna de
aftapplug weer vast en plaats de kop verticaal. Verwijder de dop van de vulopening en vul de tandwielkast met
olie totdat het peil het midden van het oliepeilglas bereikt. Draai vervolgens de dop weer vast.
6. Onderhoud
-
De machine is ingevet om beschadiging tijdens transport te voorkomen. Deze vetlaag dient volkomen te
worden verwijderd voor ingebruikneming. Hiervoor kunt u een ontvettingsmiddel, petroleum of een ander
soortgelijk oplossingsmiddel gebruiken, maar voorkom dat het oplossingsmiddel op de snaren en andere
rubber onderdelen terechtkomt.
-
Wrijf na deze schoonmaak het metalen blok in met een lichte smeerolie. Smeer alle punten in met
motorolie van gemiddelde consistentie.
-
Smeerpunten staan aangegeven in pijlen.
7. Smering
Alle kogellagers van de machine zijn voorzien van vet met een lange levensduur en vergen geen onderhoud.
De volgende onderdelen moeten wel worden gesmeerd:
1) De pinole en tandheugel van de pinole moeten worden gesmeerd met een goede kwaliteit niet-hardend
smeervet zoals Fiske Company "Lubriplate". Breng het vet aan via de opening bij de spindelpoelie. De
smeerfrequentie is tweemaal per jaar.
2) Een dunne laag olie aanbrengen op de pinole en de kolom vermindert de slijtage, voorkomt roestvorming
en vergemakkelijkt de bediening van de machine.
3) De balansveer van de pinole moet eenmaal per jaar gesmeerd worden met (SAE 20) olie. Verwijder het
deksel en breng de olie aan met behulp van een oliespuit.
4) Belangrijk: De tandwielkast moet worden gesmeerd met SAE 68 olie. Controleer het oliepeil tussentijds
en vul bij indien nodig. Vervang de olie eenmaal per jaar.
5) Smeer de zijspindel elke 90 dagen met Lubriplate.
NB.: Deze handeling moet met uiterste voorzichtigheid worden uitgevoerd (pas op voor uw vingers). Zorg
ervoor dat de machine spanningsloos is.
8. Gebruik van de belangrijkste onderdelen
Afbeelding A
(1) Voor het omhoog of omlaag verplaatsen van de kop met de hendel.
(2) Voorzien van een elektrische schakelaar voor tapwerk links- en rechtsdraaiend.
(3) Voor het snel en langzaam voeden met het voedingswiel.
(4) Voor het instellen van de looplengte van de tafel links en rechts met de tafelhendel.
(5) Voor het instellen van de looplengte van de tafel voor en achter met de tafelhendel.
(6) Voor gebruik van de spindelhendel voor fijnvoeding.
(7) Voor het afstellen van de schaalgrootte naar behoefte.
S1
S2
75
180
150
360
S3
H1
280
600
560
1200
-8-
H2
H3
1000
1600
2000
3200