Storch 65 77 00 Mode D'emploi page 9

bewogen worden. Controleer of de in de reinigingskap
ingebouwde rotatie-vuilfrees met de waterdruk draait.
Verwijder eventueel vastzittend vuil door met de bijgevoegde
schroevedraaier de loper van de as te schroeven (zie tekening
op pagina 8).
Voor de aanvang van het werk moet dagelijks de water-
ontsnapping uit de beide sproeiers van de vuilfrees gecon-
troleerd worden.
Controleer de waterontsnapping alleen met leiding-
waterdruk, in geen geval met een ingeschakelde hogedruk-
reiniger. Kijk daarbij aan de zijkant in de reinigingskap, nooit
recht op de vuilfrees kijken en daarbij het handventiel
bedienen.
Bedien het handventiel; uit beide sproeiers moet een gelijk-
matige waterstraal komen. Is dit niet het geval, dan moeten
de beide sproeiers gereinigd worden. Schroef de sproeiers
uit hun draagarmen met een muilsleutel, SW 8 mm, en reinig
de binnenkant van de boorgaten zorgvuldig. Bedien het
handventiel nogmaals om eventuele vuilresten uit de
draagarmen te spoelen.
Vervolgens de sproeiers weer inschroeven en met de
muilsleutel vast aandraaien.
Let op:
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
Niet in de kap kijken of grijpen!
Verwijder het vuil dat zich in de lagers van de gelei-
dingswieltjes heeft vastgezet, wanneer de geleidings-wieltjes
niet meer gemakkelijk gedraaid kunnen worden.
3.3 Zuigslang
Bij een zware belasting van de zuigslang moet deze bovendien
met een slangklem op de reinigingskap bevestigd worden.
Bij werkzaamheden aan de steiger kunt u om de trekkracht
op de zuigslang op te heffen deze d.m.v. slanghouders (art.-
nr. 642425) aan de steiger ophangen. . . . . De zuigslang kan max.
op 30 m worden verlengd (zie toebehoren punt 8.1), echter
hierdoor wordt het afzuigvermogen iets minder. Tot een
zuigslanglengte van 20 m zouden echter geen problemen
moeten optreden. Wanneer teveel vast materiaal in een keer
weggezogen wordt, kan de zuigslang verstopt raken. Spoel
daarom met voldoende water na. Let erop dat u de zuigslang
niet knikt. De zuigslang mag niet meer dan 1 m doorhangen,
omdat zich daar anders water verzamelt en het vacuüm bij
de reinigingskap onderbreekt.
3.4 Afzuigapparaat met pomp:
De zuigkop is uitgerust met twee uitschakelsondes, die het
apparaat uitschakelen zodra de water- of filtraatstand in de
ketel te hoog wordt. De dompelpomp schakelt via een vlotter
automatisch in en uit. Deze moet echter via het stopcontact
op de zuigkop van stroom voorzien worden. Als de machine
voor de eerste keer of na een langere periode van stilstand
gebruikt wordt, kan zich in de dompelpomp een luchtbel
vormen, zodat er geen water in de pompkamer stroomt. Als
dit het geval is, a.u.b. met de hand de pomp in- en uit-
schakelen door de vlotter omlaag te drukken en los te laten.
Voor het leegmaken van de filter de 3 spansluitingen op de
ketel losmaken en de ketelkap naast de ketel plaatsen. Nu
kunt u de steunkorf (10) gemakkelijk eruit trekken en de
spanring (11) van de filterzak losmaken. Volle filters alleen
met de steunkorf transporteren, aangezien anders de filterzak
kan openbarsten. Behalve de vliesfilter bieden wij ook
duurzame multipel-zeven in verschillende fijnheids-graden aan
(zie punt 8.1). Bij het opnieuw plaatsen van de steunkorf
a.u.b. erop letten dat de afdichtingsring (13) schoon is en
glad afdicht! Om restwater uit de ketel te verwijderen, kan
deze conform afbeelding 4 gekanteld worden. Vergrendel
eerst de voorste loopwieltjes, zodat voorkomen wordt dat
het apparaat per ongeluk wegrolt.
Belangrijke aanwijzingen:
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor het wegzuigen van
natte materialen en mag niet gebruikt worden voor het zuigen
van droog, stoffig materiaal. De maximale watertemperatuur
mag niet hoger zijn dan 80°C. Bij het niet naleven van deze
punten vervalt uw aanspraak op garantie. Voor aanvang van
het werk a.u.b. absoluut controleren of de stekker van de
dompelpomp in de zuigkop ingestoken is. Verstoppingen
van de zuigslang moeten onmiddellijk opgeheven worden,
deze worden door hoorbaar stijgende toerentallen onmiddellijk
merkbaar - het apparaat moet onmiddellijk uitgeschakeld
worden. Bij beëindiging van het werk moet de zuigslang
helemaal leeggemaakt en doorgespoeld worden. Reinig a.u.b.
de uitschakelsondes in de zuigkop regelmatig. Als deze
belangrijke aanwijzingen in acht genomen worden, zult u altijd
een betrouwbaar werkend apparaat bij de hand hebben.
4. Veiligheidsaanwijzingen
Bij het werken met reinigingskappen mogen de handen of
andere lichaamsdelen niet voor de onder druk staande
sproeikoppen of in de vloeistofstraal worden gebracht.
De handhefboom van het hogedruk-afsluitventiel aan de
reinigingskap mag in de inschakelpositie niet worden
vastgezet.
Bij werkonderbreking en beëindiging van het werk moet de
handhefboom van het hogedruk-afsluitventiel worden
beveiligd tegen onvoorziene bediening (veiligheidsgrendel
uitklappen).
De reinigingskap niet op personen richten, ook door de
restdruk na uitschakelen van de hogedrukreiniger bestaat
gevaar voor verwondingen door onder druk staand water.
Niet in de directe nabijheid van de hogedrukstraal grijpen,
afstand min. 30 cm. De vuilfrees in het binnenste van de
reinigingskap alleen reinigen resp. verwijderen, wanneer de
hogedrukslang van de reinigingskap gedemonteerd is.
Gevaar voor verwondingen!
Voorzichtig bij contact
Verbrandingsgevaar bij
gebruik met heet water
Contact met hete oppervlakken vermijden!
Indien dit onvermijdelijk is, aangepaste persoonlijke
beschermingsuitrusting gebruiken.
9 9 9 9 9