VÓÓR DE INGEBRUIKNAME
Voordat u begint met de bediening in deze sectie:
•
Zoek een plaats met een stopcontact in de buurt.
•
Installeer de afvoerslang en stel de raampositie goed in.
•
Plaats het netsnoer in een geaard AC220~240V/50Hz stopcontact;
•
Zorg dat de waterpompafvoerslang goed is aangekoppeld (uitsluitend
voor hittepomp type).
•
Druk op de On/off toets om de airconditioner aan te schakelen.
•
Bereik van werkingstemperatuur: 18°C - 35°C
•
Controleer of de afvoerslang correct is gemonteerd.
•
Bij gebruik van de functies voor koeling en ontvochtiging, houdt dan
een interval van minstens 3 minuten aan tussen elke werking.
•
Deel het stopcontact niet met andere apparaten.
GEBRUIK
Koelwerking
•
Druk op de "Mode" toets totdat er een "Cool" pictogram verschijnt.
•
Druk op de op of neer toets om de gewenste kamertemperatuur te kiezen.
•
Druk op de "FanSpeed" toets om de windsnelheid in te stellen.
Ontvochtigingswerking
•
Druk op de "Mode" toets tot het "Dehumidify controlelampje" knippert
•
Stel de gekozen temperatuur automatisch in op de actuele
kamertemperatuur min 2°C.
•
Stel de ventilatormotor automatisch in op een LOW windsnelheid.
Warmtewerking (Deze functie is niet beschikbaar voor een enkele
koeleenheid)
•
Druk op de "Mode" toets tot het "Heat" pictogram verschijnt.
•
Druk o de up of down toets om en gewenste kamertemperatuur te kiezen.
•
Druk op de "Fan Speed" toets om een windsnelheid te kiezen.
WERKING VAN DE TIMER
Timer AAN instelling
•
Wanneer de airconditioner op UIT staat, drukt u op de "Timer" toets en
kiest een gewenst AAN tijdstip via de toetsen voor de temperatuur- en
tijdsinstelling.
•
"Preset ON Time" wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
•
De AAN tijd kan op elk tijdstip tussen 0-24 uur geregeld worden.
Timer UIT instelling
•
Wanneer de airconditioner op AAN staat, drukt u op de "Timer" toets
en kiest een gewenst UIT tijdstip via de toetsen voor de temperatuur-
en tijdsinstelling.
Air conditioner
NL
11