• Wanneer u naar voorwerpen (die zich voor, aan de
zijkant of achter de rolstoel bevinden) reikt, zorg er dan
voor dat u niet te ver uit de rolstoel leunt, want als u
het zwaartepunt verandert, bestaat het gevaar dat u
omkantelt of omver rolt.
• Gebruik uw rolstoel alleen voor het daarvoor bestemde
doel. Bijvoorbeeld, probeer niet tegen een voorwerp op
te rijden zonder te remmen (opstapje, trottoirrand) of
verschillen in afstapjes.
• Gebruik geen trappen zonder de hulp van een
begeleider. Er bestaan middelen om u te helpen,
bijv. hellingen op te gaan of de lift te gebruiken. Wij
raden u aan deze te gebruiken. Als deze middelen
niet beschikbaar zijn, dan moet de rolstoel worden
gekanteld en over de treden worden geduwd (2
begeleiders).
• Over het algemeen moeten anti-tip wielen vooraf
zodanig worden ingesteld dat ze de treden niet kunnen
raken, omdat dit tot een ernstige val zou kunnen leiden.
Naderhand moeten de anti-tip wielen weer in de oude
positie worden teruggebracht.
• Zorg ervoor dat de begeleider de rolstoel alleen aan
stevig bevestigde onderdelen vasthoudt (bijv. niet aan
de voetsteunen of zijbescherming).
• Wanneer u de rolstoellift gebruikt, dient u ervoor te
zorgen dat de aangebrachte anti-tip wielen buiten de
gevarenzone zijn geplaatst.
• Gebruik de remvergrendeling om de stoel vast te zetten
wanneer u zich op ongelijke grond bevindt of wanneer
de rolstoel bijvoorbeeld in een auto wordt geplaatst.
• Gebruikers met een amputatie vanaf de dij, moeten
anti-tip wielen gebruiken.
• Controleer voor vertrek of de bandenspanning correct
is. Voor de achterwielen moet de druk ten minste 3,5
bar (350 kPa). De maximale druk staat aangegeven op
de band.
• De knie-remhendels functioneren alleen bij voldoende
bandenspanning en wanneer ze correct zijn ingesteld
(zie ook het hoofdstuk "Remmen").
• De parkeerremmen zijn niet bedoeld om als rem voor
uw rolstoel te dienen. Zij dienen er slechts voor om te
voorkomen dat uw rolstoel onbedoeld begint te rollen.
Wanneer u op een oneffen oppervlak stopt, dient u
altijd uw parkeerremmen te gebruiken om wegrollen
te voorkomen. Gebruik altijd beide parkeerremmen
anders kan uw rolstoel kantelen.
• De parkeerremmen zijn niet bedoeld om als rem voor
een bewegende rolstoel te dienen.
NEON 2 SA
• Gebruik altijd van liften en oprijplaten. Wanneer
deze niet beschikbaar zijn, vraag dan hulp van een
begeleider. Zij mogen de rolstoel alleen vastpakken bij
die onderdelen die goed bevestigd zijn. Als de rolstoel
over anti-tip wielen beschikt, moeten deze worden
weggeklapt. Een rolstoel mag nooit worden opgetild met
een inzittende, maar alleen worden voortgeduwd.
• Indien de zitting of rugbekleding van de rugleuning
beschadigd zijn, dient u deze direct te vervangen.
• De stangen aan de achterzijde en de duwhendels zijn
niet bedoeld om de stoel op te tillen of te dragen.
• Monteer geen niet-erkende elektronische
apparaten, elektrisch of mechanisch aangedreven
voortstuwingsapparaten, handfiets, of andere
hulpmiddelen aan de rolstoel waardoor het bedoelde
gebruik, of de structuur van de rolstoel verandert.
• Alle combinaties met andere medische hulpmiddelen
moeten door Sunrise Medical worden goedgekeurd.
• Wees voorzichtig met vuur, en vooral met brandende
sigaretten. De banden van de rugleuning en zitting
kunnen vlam vatten.
• Wanneer gebruik wordt gemaakt van een speciaal voor
gehandicaptenvervoer ingericht voertuig, dienen de
personen die worden vervoerd, voor zover mogelijk,
gebruik te maken van de stoelen van het voertuig en
het juiste gordelsysteem. Alleen op deze wijze genieten
de personen optimale bescherming indien een ongeluk
plaatsvindt. Wanneer u de veiligheidselementen van
SUNRISE MEDICAL en een speciaal ontwikkeld
veiligheidssysteem gebruikt, kunnen lichtgewicht
rolstoelen tijdens vervoer in een speciaal uitgerust
voertuig als stoel worden gebruikt. (Zie het hoofdstuk
over "Vervoer").
• Controleer altijd of de quick release assen op de
achterwielen goed zijn ingesteld en vergrendeld.
Wanneer de knop op de quick release as niet ingedrukt
is, kan het achterwiel niet worden verwijderd.
• Met name bij het gebruik van lichtgewicht hoepels,
worden vingers gemakkelijk warm bij het remmen op
hoge snelheid of op steile hellingen.
71
Rev.B