:2012 (R ≥ 1200DaN).
- Vóór elk gebruik moet verplicht de vrije ruimte (tirant d'air)
gecontroleerd worden die vereist is onder de gebruiker, zodat bij
een val er geen botsing plaatsvindt met de grond, noch met een
vast of bewegend obstakel dat zich op het traject bevindt.
- De gebruiker moet zich niet te ver verwijderen van de loodlijn
van deze verankering om de impact van een eventuele slingerval
zoveel mogelijk te vermijden.
- Het gebruik van het harnas met een subsysteem voor
valbeveiliging moet compatibel zijn met de gebruiksinstructies
van elk onderdeel van het systeem en met de normen: EN353-1 /
EN353-2 / EN 355 / EN360 / EN 362.
- Voor meelopende valbeveiligers met starre ankerlijn (EN353-1)
of flexibele ankerlijn (EN353-2) wordt voorgeschreven om het
harnas te koppelen aan het borstverankeringspunt.
- Voor schokdempers (EN355) of valbeveiligingen met
automatisch oprollen van de kabel (EN360) het harnas bij
voorkeur vastmaken aan het rugverankeringspunt.
- De gereedschapskoorden mogen in geen enkel geval gebruikt
worden als bevestigingspunt.
- Bij gebruik als werkpositionerings- en retentiesysteem (EN
358:2018) via een lijn, moet het ankerpunt van de lijn zich
ter hoogte van de taille of erboven bevinden. Deze lijn moet
strak gespannen gehouden worden. De twee zijdelingse
bevestigingspunten moeten systematisch samen gebruikt
worden bij verbindingen met deze lijn. Er moet op gelet worden
dat de verbindingen gebeuren door middel van een verbinding
(haak) die conform is met de norm EN 362.
- Met het buikbevestigingspunt EN 813 : 2008) kan het harnas
ALT'O hangend gebruikt worden met een toegangssysteem op
koord (EN 12841). In dat geval moet het verankeringspunt zich
boven de gebruiker bevinden.
- Ondanks de versterking van de beenbanden kan een
afknellingsverschijnsel optreden ter hoogte van de dijen,
waardoor een orthostatisch syndroom (hangtrauma) kan
optreden. Om dit verschijnsel te voorkomen dient de hangende
houding regelmatig te worden onderbroken, of wanneer dit
niet mogelijk is, moet de inspanning van het hangen regelmatig
verdeeld worden van het ene op het andere been en moet
overgegaan worden op spierontspannende bewegingen op het
ontspannen been.
- De zijdelingse bevestigingspunten (EN 358:2018) en buikpunten
(EN 813 : 2008) zijn niet ontworpen voor het stoppen van
een val en moeten niet als zodanig gebruikt worden; Het
verdient aanbeveling om geen riem te gebruiken, wanneer
er een voorzienbaar risico bestaat dat de gebruiker in een
hangende positie terechtkomt of blootgesteld wordt aan een
ongecontroleerde spanning door de riem. Het kan nodig zijn
om de werkplekpositionerings- of werkplekbehoudsystemen
aan te vullen met valbeveiligingsmiddelen, zoals collectieve
beschermingsmiddelen (bijvoorbeeld een veiligheidsnet) of
persoonlijke (Valstopsystemen conform de norm EN 363). Er
wordt aan herinnerd dat bij een valbeveiligingssysteem alleen
een valharnas EN361 gebruikt mag worden voor de grip van het
lichaam.
- Het gebruik van het harnas ALT'O is goedgekeurd voor een
persoon met een gewicht van 140 kg of minder (dit is het gewicht
van de gebruiker, zijn gereedschappen en zijn materiaal). Opgelet,
de bijbehorende valstopsystemen moeten beantwoorden aan de
eisen van de normen met betrekking tot het stoppen van een val
met een massa van 140 kg.
- De bevestigingselementen van een veiligheidsharnas mogen
niet worden gebruikt als voorziening voor de positionering van
het lichaam in een valstopsysteem.
- Controleer tijdens het gebruik regelmatig de afstel- en
bevestigingsonderdelen van het harnas; Deze onderdelen moeten
beschermd worden tegen elke uit de omgeving afkomstige
aantasting: van mechanische (schokken, scherpe randen...),
chemische
(zuuropspattingen,
elektrische (kortsluiting, vlamboog...) of thermische aard (heet
oppervlak, branders...).
- Toegestane temperatuurgrenzen: Geen contra-indicaties voor
het gebruik tussen de –30 en +50°C.
- Bij verkoop van dit product buiten het land waar het product
oorspronkelijk voor bestemd was, moet de wederverkoper deze
gebruiksaanwijzing opstellen in de taal van het land waar het
gebruikt wordt.
TRANSPORT / VERPAKKING / OPSLAG :
-
Als de uitrusting niet gebruikt wordt, moet deze bewaard
worden in een onbederfelijke, beschermende verpakking.
- Tijdens transport beschermen tegen mogelijke schokken of druk
vanuit de directe omgeving.
- De uitrusting moet opgeslagen worden in een droge,
geventileerde ruimte, beschermd tegen uv-stralen, vorst en
roestvorming.
CONTROLES :
- Controleer, op het oog, vóór, tijdens en na gebruik of de
uitrusting in goede staat verkeert en of er geen gebreken zijn:
de staat van de banden, van de sluitnaden, van de stelgespen,
en van de bijbehorende lijnen. - Controleer op afwezigheid van
slijtage, insnijdingen, rafels, begin van een breuk, roestsporen
of verkleuring en controleer of markeringen identificatie en/
of houdbaarheidsdatum) leesbaar zijn. Controleer of de gespen
schoon zijn, in goede staat verkeren en goed werken.
- Bij twijfel over de betrouwbaarheid van de uitrusting, deze niet
gebruiken indien geen schriftelijke toestemming is verkregen
van een persoon die bevoegd is om te beslissen of de uitrusting
(opnieuw) gebruikt kan worden.
- Bij samenvoeging met andere veiligheidsonderdelen controleren
of deze compatibel zijn en controleren of alle geldende Europese
richtlijnen en normen (EN-normen) toegepast worden.
- Met name controleren of de veiligheidsfunctie van het ene
onderdeel niet belemmerd wordt door de veiligheidsfunctie van
een ander onderdeel of deze dwarsboomt.
ONDERHOUD / REPARATIE :
Om de eigenschappen van deze uitrusting te bewaren, gelden de
volgende onderhoudsvoorschriften:
- Schoonmaken, zoals desinfecteren van de uitrusting mag alleen
met koud water en neutrale zeep. Nooit schoonmaakmiddelen of
chemische producten gebruiken.
- Het product laten drogen in een geventileerde omgeving.
Verwijderd houden van vuur of directe warmtebronnen.
Wijzigingen of reparaties zijn verboden, en het gebruik van deze
uitrusting mag niet anders zijn dan voorgeschreven, noch buiten
de aangegeven grenzen plaatsvinden. De uitrusting die met
een val te maken heeft gehad, moet weggegooid worden, om
hergebruik te vermijden.
PERIODIEK ONDERZOEK :
- Levensduur: De uitrusting is ontworpen voor vele jaren gebruik
onder normale omstandigheden. De levensduur hangt af van
hoe vaak het gebruikt wordt en van de omstandigheden.
- Sommige omgevingen met bijtende, zoute, zandachtige of
chemische stoffen kunnen de levensduur doen beperken tot
enkele malen gebruik. In die gevallen moet vóór het gebruik
zuren,
oplosmiddelen...)
DEX Harnais NUS130-01-M-Ind06 p 19 /36