BFT THALIA P Instructions D'installation page 75

Masquer les pouces Voir aussi pour THALIA P:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 45
Logica IC= 0 - Ingang geconfigureerd als Start E. Werking volgens de logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start extern voor beheer verkeerslicht.
Logica IC= 1 - Ingang geconfigureerd als Start I. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT. Start intern voor beheer verkeerslicht.
Logica IC= 2 - Ingang geconfigureerd als Open.
Het commando voert een opening uit. Als de ingang gesloten blijft, blijven de vleugels open tot de opening van het contact. Bij open contact gaat het automatiseringssysteem dicht
na de tca-tijd, indien geactiveerd.
Logica IC= 3 - Ingang geconfigureerd als Close.
Het commando voert een sluiting uit.
Logica IC= 4 - Ingang geconfigureerd als Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Werking volgens de Logica STEP-BY-STEP MOVEMNT
Logica IC= 5 - Ingang geconfigureerd als Timer.
Werking analoog aan open, maar de sluiting is ook gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk.
Logica IC= 6 - Ingang geconfigureerd als Timer Ped.
Het commando voert een voetgangersopening uit, gedeeltelijk. Als de ingang gesloten blijft, blijft de vleugel open tot de opening van het contact. Als de ingang gesloten blijft en
een commando van Start E, Start I of Open wordt geactiveerd, wordt een complete manoeuvre uitgevoerd om zich vervolgens te herstellen in voetgangersopening. De sluiting is ook
gegarandeerd na de afwezigheid van netwerk.
Logica SAFE= 0 - Ingang geconfigureerd als Phot, fotocel niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 1 - Ingang geconfigureerd als Phot test, trusted fotocel. (Fig.F, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering zijn de fotocellen zowel bij opening als bij sluiting actief. Door
verduistering van de fotocel bij sluiting wordt de beweging omgekeerd na de vrijgave van de fotocel.
Logica SAFE= 2 - Ingang geconfigureerd als Phot op, fotocel alleen actief bij opening niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van opening
wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 3 - Ingang geconfigureerd als Phot op test, trusted fotocel alleen actief bij opening (Fig. F, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij sluiting uitgesloten. In geval van
opening wordt de beweging geblokkeerd voor de duur van de verduistering van de fotocel.
Logica SAFE= 4 - Ingang geconfigureerd als Phot cl, fotocel alleen actief bij sluiting niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 1)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase,
wordt er onmiddellijk omgekeerd. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE= 5 - Ingang geconfigureerd als Phot cl test, trusted fotocel alleen actief bij sluiting (Fig. F, Ref. 2).
Hiermee wordt de controle van de fotocellen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. In geval van verduistering is de werking van de fotocel bij opening uitgesloten. In sluitingsfase, wordt
er onmiddellijk omgekeerd.
Logica SAFE= 6 - Ingang geconfigureerd als Bar, gevoelige rand niet geverifieerd (*). (Fig. F, Ref. 3)
Maakt de verbinding mogelijk van inrichtingen zonder extra contact voor controle. Het commando keert de beweging 2 sec. om. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE= 7 - Ingang geconfigureerd als Bar, trusted gevoelige rand (Fig. F, Ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen bij begin van de manoeuvre geactiveerd. Het commando keert de beweging 2 sec. om.
Logica SAFE= 8 - Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 (Fig. F, Ref. 5). Ingang voor resistieve rand 8K2.
Het commando keert de beweging 2 sec. om.
Logica SAFE=9 Ingang geconfigureerd als Bar op, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten geac-
tiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie
tijdens het sluiten veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen.
Logica SAFE=10 Ingang geconfigureerd als Bar op test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens
het sluiten geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De
interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=11 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 op, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens openen, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het sluiten
geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 5).
De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=12 Ingang geconfigureerd als Bar cl, gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen
geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie
tijdens het openen veroorzaakt de stop. Indien niet gebruikt, de brug niet verwijderen
Logica SAFE=13 Ingang geconfigureerd als Bar cl test, gecontroleerde gevoelige rand met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand
tijdens het openen geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging.
De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop.
Logica SAFE=14 Ingang geconfigureerd als Bar 8k2 cl, rand 8k2 met omkering uitsluitend geactiveerd tijdens sluiten, de automatisering wordt gestopt als de rand tijdens het openen
geactiveerd is (STOP) (Afb.F, ref. 5).
De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. De interventie tijdens het openen veroorzaakt de stop.
(*) Als er inrichtingen type "D" geïnstalleerd worden (zoals gedefinieerd door
EN12453),die anders dan trusted aangesloten zijn, verplicht halfjaarlijks
onderhoud voorschrijven.
6) AANSLUITING MOTOREN Fig.E
7) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
Opmerking: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij
uitwisselbaar contact.
7.1) "TRUSTED DEVICES" FIG. F
7.2) AANSLUITING VAN 1 PAAR FOTOCELLEN ANDERS DAN TRUSTED
DEVICE FIG. D
8) TOEGANG TOT DE MENU'S: FIG. 1
8.1) MENU PARAMETERS (PARA ) (TABEL "A" PARAMETERS)
8.2) MENU LOGICA'S (LOGIC) (TABEL "B" LOGICA'S)
8.3) MENU RADIO (radio) (TABEL "C" RADIO)
-
BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN
MET DE MASTERSLEUTEL (MASTER).
Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN
DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende
klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger
Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten:
• Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code).
• Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zenders.
• Beheer database zenders.
• Beheer groep ontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de
universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering
ontvangers.
8.4) MENU DEFAULT (default)
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het
INSTALLATIEHANDLEIDING
Configuratie van de commando-ingangen
Configuratie van de veiligheidsingangen
herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
8.5) MENU TAAL (language)
Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld.
8.6) MENU AUTOSET (AUTOset)
• Een autoset-handeling opstarten door zich naar het daarvoor bestemde menu
te begeven.
• Zodra de OK-knop wordt ingedrukt, wordt het bericht ".... .... .... " weergegeven, de
centrale bestuurt een openingsmanoeuvre gevolgd door een sluitingsmanoeuvre,
tijdens welke automatisch de minimale koppelwaarde wordt ingesteld die voor
de beweging van de vleugel noodzakelijk is. Het aantal manoeuvres noodzakelijk
voor de autoset kan variëren van 1 tot 3. Tijdens deze fase is het belangrijk de
verduistering van de fotocellen, alsmede het gebruik van de commando's START,
STOP en van het display te vermijden. Aan het einde van deze handeling heeft
de bedieningscentrale automatisch de optimale koppelwaarden ingesteld. Deze
controleren en eventueel wijzigen zoals beschreven in de programmering.
OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten
in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen
aangegeven in de norm EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het
gebruik van vervormbare randen.
Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie niet
actief; de installateur moet de beweging van het automatiseringssysteem
controleren en voorkomen dat personen of voorwerpen in de buurt komen
van de actieradius van het automatiseringssysteem of zich daarbinnen bevinden.
8.7)PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE
1. AUTOSET uitvoeren (*)
2. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven (**)
verder gaan naar punt 10 anders
3. Eventueel de parameters van de snelheid en gevoeligheid (kracht) aanpassen:
zie tabel parameters.
4. De botsingskrachten opnieuw controleren: als deze binnen de limieten blijven
(**) verder gaan naar punt 10 anders
5. Een passieve rand toepassen
75
THALIA P -

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières