15. Verhelpen van storingen
Het model en het afstandsbedieningssysteem werden volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er
kunnen desondanks problemen of storingen optreden. Wij willen u daarom uitleggen hoe u mogelijke storingen kunt
verhelpen.
Probleem
De zender reageert niet.
De zender schakelt onmiddellijk of na korte
tijd vanzelf uit.
Het systeem heeft slechts een kleine reik-
wijdte.
Het model reageert niet.
De motor start niet.
Servos brommen of snorren.
Een servo werkt niet.
Oplossing
• Controleer de batterijen of accu's van de zender.
• Controleer de polariteit van de batterijen of accu's.
• Controleer de functieschakelaar.
• Controleer de batterijen of accu's van de zender of vervang
deze.
• Controleer de batterijen of accu's van de zender en het model.
• Kijk de antenne van de ontvanger op beschadigingen na en
controleer de elektrische doorgang.
• Ontvangstantenne voor testdoeleinden anders in het model
leggen.
• Controleer de vliegaccu of het stekkercontact in het model.
• Controleer de stekkerverbindingen van de ontvanger.
• Ontvanger opnieuw aan de zender koppelen.
• Veiligheidstoets controleren.
• Controleer de vliegaccu.
• Controleer de motor resp. regelaar.
• Bekabeling in het model op beschadigingen controleren.
• Roerverbindingen op lichte loop controleren.
• Servo zonder verbinding testen.
• Servo vervangen.
• Stekkercontact aan de ontvanger controleren.
• Servo aan een andere ontvangeruitgang controleren.
• Andere servo voor testdoeleinden aan defecte ontvangeruit-
gang aansluiten.
103