7.3
WDR-Functie
De WDR-functie (Wide Dynamic Range) optimaliseert afbeeldingen
met veel achtergrondverlichting. De camera combineert twee
afbeeldingen, 1 met een hoge sluitersnelheid en 1 met een lage
sluitersnelheid. Deze functie is handig voor camera's die gericht zijn
naar sterke lichtbronnen.
Menu: IMAGE > WDR ON
7.4
Automatische belichting
Gebruik deze functie om de belichtingsmethode in te stellen.
Menu: IMAGE > AE MODE
GLOBAL: gebruik het volledige beeld om de belichting te bepalen.
CENTER: gebruik het centrum van het beeld om de belichting te
bepalen.
CENTER WEIGHT: gebruik het volledige beeld, maar leg meer
nadruk op het centrum dan op de randen van het beeld.
BACK LIGHT: tegenlichtcompensatie. Bij een helder
achtergrondlicht (bijv. venster), kan het beeld errond te donker
zijn en dus niet duidelijk worden waargenomen. Is dit het geval,
gebruik dan de tegenlichtcompensatie. De camera past de
helderheid van de donkere beelddelen automatisch aan.
FRONT LIGHT: compensatie frontaal licht. Gebruik deze instelling
wanneer het voorwerp frontaal wordt belicht.
DISTINGUISH: geavanceerde automatische belichting.
7.5
Beeldverbetering
Dit zijn de meest gebruikte beeldinstellingen: beeldscherpte, contrast
en verzadiging.
Menu: IMAGE > IMAGE ENHANCE
SHARPNESS
V. 01 – 09/01/2015
CAMCOLD26/CAMCOLD26W
Gebruik deze optie om de beeldscherpte van de
randen en details in het beeld in te stellen.
DETAIL: gebruik deze optie om de beeldscherpte
van de details in meer gelijke delen van het beeld
in te stellen.
AUTO: automatische regeling.
MANUAL: manuele regeling (0–15).
17
©Velleman nv