Data aansluiting
Gebruik data kabels om toestellen met elkaar te verbinden. Indien U uw eigen kabel bouwen wilt gebruik
hoogwaardige kabels die het signaal goed overdragen en niet gevoelig zijn voor elektromagnetische interferenties.
KABELCONNECTOREN
De kabel moet een XLR stekker op één eind en een XLR contra op het andere eind hebben.
DMX connector configuratie
De eindweerstand vermindert signaalfouten. Om transmissie problemen en storingen te voorkomen is het
aanbevolen een DMX signaal eindweerstand aan te sluiten.
LET OP
Geen contact maken tussen common en chassis massa. Indien de common op de massa aangesloten is kan een
aardlus ontstaan en het toestel werkt willekeurig. Controleer de kabels d.m.v. een ohmmeter om de polariteit te
controleren en te waarborgen dat de pins niet op aarde aangesloten of met elkaar kortgesloten zijn.
3-PIN NAAR 5-PIN CONVERSIE TABEL
Let op! Indien u een controller met een 5-pin DMX uitgangsconnector gebruikt hebt u een 5-pin naar 3-pin adapter
nodig.
Zie de tabel beneden voor de juiste conversie:
Leider
3 Pin contra (uitgang
Massa/afscherming
Data (-) signaal
Data (+) signaal
Installatie van een DMX seriële data link
1. Sluit het 3-pin stekkereind van de DMX kabel op de uitgang (3-pin contra) van de controller.
2. Sluit het contra eind van de kabel dat van de controller komt op de ingang (3-pin stekker) van het naaste toestel
aan.
3. Sluit de uitgang van het naaste toestel op de ingang van het volgende toestel aan enz.
Master/Slave verbinding van toestellen
1.Sluit de (male) 3 pin connector eind van de DMX kabel op de 3-pin uitgang (female) van het eerste toestel aan.
2. Sluit het contra eind van de kabel dat van het eerste toestel komt op de ingang (3-pin stekker) van het naaste
toestel aan. Sluit de uitgang van het naaste toestel op de ingang van het volgende toestel aan enz.
3. Stel de master moving head op MASTER in (Run menu / master ) en kies een automatisch programma of
geluidsgeactiveerde modus. Stel de slaves op SLAVE modus in (Run menu / slave ) en kies de DMX adres 001.
Het is vaak het geval bij master-slave en automatische werking dat het eerste toestel in de rij door instellingen op de
controle paneel of DIP schakelaars moet geïnitieerd worden. De andere toestellen moeten op slave werking
ingesteld worden. Zie het hoofdstuk "Bediening" in deze handleiding om verdere informaties voor installatie en
configuratie te vinden.
©Copyright LOTRONIC 2015
COMMON
DMX +
INGANG
DMX-
5 Pin stekker (Ingang)
Pin 1
Pin1
Pin 2
Pin 2
Pin 3
Pin 3
Niet gebruiken
Niet gebruiken
Niet gebruiken
Niet gebruiken
SPOT10LED
120 ohm 1/ 4W
weerstand tussen pin
2 (DMX-) en pin 3
(DMX+) van de laatste
unit.
Page 23