Télécharger Imprimer la page

De Kookplaat Optimaal Gebruiken; Kooktabel - ETNA T265 Notice D'utilisation

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

De kookplaat optimaal gebruiken

Gebruik geen pannen die kleiner zijn dan
de kookzone. Hiermee voorkomt u dat
voedselresten op de gloeiend hete
kookzone terechtkomen. Ingebrande
voedselresten zijn moeilijk te verwijderen.
Bovendien kunnen de handgrepen te heet
worden en gaat er veel energie verloren.
Pannen waarmee al eerder op een
gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer
geschikt voor keramisch koken.
Gebruik nooit aluminiumfolie, zoals bakjes
van kant-en-klaar gerechten, om voedsel in
te bereiden. Wanneer aluminiumfolie op de
kookzone smelt, is het niet meer te
verwijderen. Aluminiumfolie heeft
bovendien een zeer slechte
warmteoverdracht.
Til pannen altijd op als u ze verplaatst.
Schuiven met pannen kan krasjes
veroorzaken die niet meer te verwijderen
zijn.
Zet alleen pannen met een schone en
droge bodem op het kookvlak. U voorkomt
hiermee dat er moeilijk te verwijderen
vlekken ontstaan.
Kook altijd met het deksel op de pan om
energieverlies te voorkomen.
Schuif de panbodem over een licht
vochtige doek, voordat u de pan op de
kookzone zet. Dit voorkomt dat er vuil op
het kookvlak terechtkomt.
De kookzone kan 5 tot 10 minuten voordat
de kooktijd is verstreken, uit worden
geschakeld. Het gerecht gaart dan na op
de restwarmte, mits u het deksel op de pan
houdt.

Kooktabel

De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld
als leidraad, omdat de instelwaarde
afhankelijk is van de hoeveelheid en
samenstelling van het gerecht en de pan.
Gebruik de hoogste stand voor:
- snel aan de kook brengen;
- slinken van bladgroenten;
- blancheren van groenten;
- verhitten van olie, vet en boter;
- bakken van biefstuk (saignant, rood);
- onder druk brengen van een
snelkookpan;
- koken van glad gebonden pudding en
vla.
Gebruik een iets lagere stand voor:
- aanbraden van vlees;
- bakken van platvis, dunne moten of filet;
- bakken van gare aardappelen;
- bereiden van glad gebonden soepen en
sauzen;
- bakken van omeletten;
- bakken van biefstuk (medium, rozerood);
- frituren (afhankelijk van de temperatuur
en de hoeveelheid).
Gebruik een stand iets boven de middelste
stand voor:
- bakken van dikke pannenkoeken;
- bakken van dik, gepaneerd vlees;
- gaar bakken van dun vlees;
- doorbraden van groot vlees;
- uitbakken van spek of bacon;
- bakken van rauwe aardappelen;
- bakken van wentelteefjes;
- bakken van gepaneerde vis;
- bakken van dun, gepaneerd vlees;
- bakken van omeletten.
Gebruik de middelste standen voor:
- doorkoken van grote hoeveelheden;
- ontdooien van harde groenten,
bijvoorbeeld sperziebonen.
Gebruik de laagste standen voor:
- trekken van bouillon;
- rood koken van stoofperen;
- bereiden van stoofvlees;
- doorkoken van gerechten;
- smoren van groenten.

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

A266