Télécharger Imprimer la page

Güde GMP 50.25 Traduction Du Mode D'emploi D'origine page 36

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
Onderhoudstabel
STORING
Pomp verpompt geen of te
weinig vloeistof, motor draait
Vibraties of sterke
geluidsontwikkeling tijdens
gebruik
Motor start niet of stopt tijdens
het gebruik
MOGELIJKE OORZAKEN
1.
Te weinig vloeistof in de pomp.
2.
Aanzuigleiding ondicht.
3.
Gekozen motorprestatie te laag.
4.
Filter aan de ingang van de
aanzuigleiding verstopt.
5.
Aanzuigleiding is verstopt.
6.
Pomploopwiel door onzuiverheden
geblokkeerd.
7.
Aanzuighoogte en/of opvoerhoogte
te groot.
8.
Glijringpakking defect.
9.
Pomploopwiel niet correct
geplaatst.
10.
Pomploopwiel beschadigd.
11.
Motor draait onregelmatig.
1. Aanzuighoogte en/of opvoerhoogte te
groot.
2. Vreemd voorwerp blokkeert
aanzuigleiding en/of pomploopwiel.
3. Onstabiele installatie.
4. Onstabiele opstelling van het
apparaat:
5. Pomploopwiel beschadigd.
6. Ander technisch defect.
1.
Brandstoftekort.
2.
Geen ontstekingsvonk.
3.
Carburateur verstopt.
4.
Luchtfilter verstopt.
5.
Auto Stop is geactiveerd omdat het
olieniveau onder de benodigde
minimale hoeveelheid ligt.
6.
Ander technisch defect.
OPLOSSINGEN
1.
Pomphuis via de vulopening met vloeistof vullen.
2.
Aanzuigleiding en verbindingspunt van de
aanzuigleiding met teflonband afdichten.
Aanzuigleiding vervangen, indien deze niet
repareerbare beschadiging vertoont.
3.
Motorprestatie verhogen.
4.
Schoonmaken van het filter.
5.
Schoonmaken van de aanzuigleiding.
6.
Verwijder onzuiverheden.
7.
Verandering van de installatie zodat aanzuighoogte
en/of opvoerhoogte de maximale waarde niet
overschrijden.
8.
Glijringpakking vervangen.
9.
Pomploopwiel correct plaatsen.
10.
Pomploopwiel vervangen.
11.
De klantendienst benaderen.
1.
Verandering van de installatie zodanig dat de
aanzuighoogte en/of opvoerhoogte de maximale
waarde niet overschrijden.
2.
Vreemd voorwerp verwijderen.
3.
Satbiliseren van de installatie.
4.
Voor stabiele opstelling van het apparaat zorgen.
5.
Pomploopwiel vervangen.
6.
De klantendienst benaderen.
1.
Benzinekraan openen en/of brandstof vullen.
2.
Contactschakelaar controleren. Eventueel bougies
controleren.
3.
Carburateur schoonmaken.
4.
Luchtfilter schoonmaken.
5.
Motorolie bijvullen.
6.
De klantendienst benaderen.

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

94505