Het aanzetten van de terrasstraler
1. Controleer of er een batterij is geplaatst in de batterijhouder
2. Draai het ventiel op de gasfles helemaal open.
3. Duw de bedieningsknop in en draai hem op de PILOT-stand. Houd de knop
minimaal 60 seconden ingedrukt (nadat u een nieuwe glasfles in gebruik hebt
genomen minimaal 75 seconden) om de aanwezige lucht in het systeem te laten
ontsnappen.
4. Terwijl u de bedieningsknop ingedrukt houdt drukt u op de ontstekingsknop, tot
de waakvlam ontsteekt. De waakvlam kan worden bekeken en gecontroleerd vlak
onder de glazen buis naast de ronde witte brander.
Als de waakvlam is ontstoken, houd dan de bedieningsknop nog minimaal 30
seconden ingedrukt om het thermokoppel te activeren. Nu kunt u de
bedieningsknop loslaten.
5. Draai de bedieningsknop naar de hoogste stand (high) en laat de
terrasverwarmer zo 5 minuten branden. Hierna kunt u de bedieningsknop op het
gewenste vermogen draaien.
Opmerking: De terrasstraler moet minimaal 5 minuten geheel uitgeschakeld zijn,
voordat deze opnieuw wordt ontstoken.
Het uitzetten van de terrasstraler
1. Draai de kraan op de gasfles helemaal dicht.
2. Draai de bedieningsknop naar de PILOT-stand.
3. Duw de bedieningsknop in en draai hem naar de OFF-stand.
Hoe sluit ik veilig een (nieuwe) gasfles aan op mijn Eurom
terrasverwarmer?
Oude gasfles ontkoppelen
1. Schakel de terrasverwarmer uit met de bedieningsknop en draai de gaskraan
boven op de gasfles met de hand dicht. Ook bij een lege gasfles. (Let op: dicht
draaien=met de klok mee draaien)
2. Laat de terrasverwarmer minimaal 15 minuten afkoelen. Controleer na 15
minuten of er nergens gloeiende delen zijn.
3. Ontkoppel de drukregelaar van de oude gasfles met de hand, gebruik (bij
voorkeur) geen gereedschap. (Let op: los draaien=met de klok mee draaien)
Controleer voordat u nieuwe gasfles koppelt
1. Controleer de nieuwe gasfles op beschadigingen en de aansluiting op de
drukregelaar op een feilloze afsluiting. Als u schade of hapering vermoedt, wissel
de gasfles dan om bij uw gasleverancier.
2. Controleer of de gaskraan op de lege én nieuwe gasfles dichtgedraaid is (de
gaskraan zo ver mogelijk met de klok mee gedraaid). Controleer of de afdichting
van de gaskraan op de nieuwe gasfles in goede staat verkeert. Gebruik geen
aanvullende afdichtingen.
3. Controleer of de gasslang geen draaiingen of knikken vertoont.
15