MONTAGE EN GEBRUIK
Handeling
Verwijderen en plaatsen van de accu
Opladen
Installeren/verwijderen van de
zijhandgreep
*1
Opslag zeskantige moersleutel
Schakelaarbediening
*2
Indicatielampje resterende acculading
Aanpassen van de werkingssnelheid
Het bandzaagblad vervangen
Afstelling uitstekende deel
geleiderplaat
Zaagbediening
*6
Selecteren van accessoires
*1 Installeren/verwijderen van de zijhandgreep
Vergeet niet de zijhandgreep te installeren en gebruik
beide handen bij het bedienen.
Doet u dit niet, dan kan dit letsel tot gevolg hebben.
*2 Schakelaarbediening
○ Veeg met behulp van een zachte doek al het vuil weg
dat aan de lens van de LED-lamp is vastgehecht,
maar wees voorzichtig dat er geen krassen op de
lens komen.
Krassen op de LED-lamp kan de helderheid van het
licht verminderen.
○ Veeg de lens van de LED-lamp niet schoon met
benzine, verfverdunner, enz.
Dit kan schade aan de lens veroorzaken.
Modus
1
2
Standaardmodus
3
4
5
AUTO Modus*
* Omtreksnelheden kunnen verschillen van de snelheden die hierboven worden vermeld, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden
*5 Het bandzaagblad vervangen
○ Als het bandzaagblad de neiging heeft los te komen,
draai dan de spanningshendel los en bevestig het
bandzaagblad opnieuw.
○ Minimaliseer warmdraaien met het bandzaagblad.
Warmdraaien verkort de levensduur van het
bandzaagblad.
*6 Zaagbewerking
○ Selecteer
een
inch
van
het
bandzaagbladwerkingssnelheid die geschikt is voor
eigenschappen en dikte van het te zagen werkstuk.
Afbeelding Bladzijde
2
3
4
5
6
7
*3
8
*4
9
*5
10
11
―
Omtreksnelheid bandzaagblad
Instelschijf
Lage snelheid
1,3 m/s (80 m/min)
1,8 m/s (109 m/min)
2,3 m/s (138 m/min)
2,8 m/s (166 m/min)
Hoge snelheid 3,2 m/s (195 m/min)
2,0 m/s (120 m/min)
(Onbelast)
A
3,2 m/s (195 m/min)
(Belast)
bandzaagblad
(de
bandzaagblad)
en
*3 Indicatielampje resterende acculading
○ Om het accuverbruik te verminderen, licht het
indicatielampje voor de resterende acculading
alleen op wanneer de indicatieschakelaar voor de
resterende acculading wordt ingedrukt.
258
○ Tenzij de voeding wordt ingeschakeld na het
installeren van de accu op de unit, zal het
258
indicatielampje van de resterende acculading niet
oplichten wanneer de indicatieschakelaar van de
258
resterende acculading wordt ingedrukt.
*4 Aanpassen van de werkingssnelheid
259
Deze unit is uitgerust met een elektronisch besturingscircuit
259
dat ervoor zorgt dat de omtreksnelheid van het
bandzaagblad naar behoefte kan worden afgesteld.
259
Gebruik voor bediening van de instelschijf voor de
259
omtreksnelheid van het bandzaagblad om een stand
in te stellen die past bij de eigenschappen, dikte en
260
taakvoorwaarden van het te zagen werkstuk.
○ In Standaardmodus kan de omtreksnelheid van het
261
bandzaagblad naar behoefte worden ingesteld van 1
tot 5 op de instelschijf.
261
Op de instelschijf is 1 de laagste snelheid en 5 de
hoogste snelheid.
263
In Standaardmodus blijft de omtreksnelheid die
is ingesteld met de instelschijf behouden, zelfs
wanneer de belasting verandert.
○ In AUTO Modus („A" op de instelschijf), kan het geluid
worden verminderd en de duur van de werking kan
worden verlengd door de omtreksnelheid te verlagen
wanneer er geen belasting is.
In AUTO Modus, als tijdens werking een belasting
wordt
automatisch verhoogd.
(gelijk aan 5 op de instelschijf)
Bovendien, als de belasting lichter wordt nadat
het zagen is voltooid, wordt de omtreksnelheid
automatisch verlaagd waardoor het stroomverbruik
wordt verlaagd wanneer er geen belasting is.
(richtlijn)
Moeilijk te zagen materialen zoals roestvrij
staal en legeringen
Stalen materialen
Stalen materialen
Stationaire werking
Zaagbewerking
○ Vergeet bij het gebruik van een nieuw bandzaagblad
niet de instelschijf voor de werkingssnelheid van
het bandzaagblad op „1" in te stellen en voer 1–2
warmdraaiingen uit met een lichte zaagbelasting
(terwijl deze enigszins naar boven wordt getrokken
op het product) op een voorwerp met een
buitendiameter van 20 mm of minder zoals een
cilindervormige staaf (koolstofstaal).
tanden/
Niet warmdraaien met het bandzaagblad kan
een
krassen op de bladrand en vermindering van de
zaagnauwkeurigheid tot gevolg hebben.
51
Nederlands
toegepast,
wordt
de
Toepassingsmogelijkheden
(Dikke materialen inclusief cilindervormige
staven, I-balken en stalen pijpen)
(Dikte van 3,6 mm of meer)
(Dunne materialen inclusief stalen pijpen)
(Dikte van 3,5 mm of minder)
omtreksnelheid