Nederlands
OPLADEN
Voor het gebruik van het elektrisch gereedschap dient de
accu als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer'van de acculader aan op het
stopcontact.
Wanneer de stekker van de acculader in het stopcontact
wordt gestoken, zal het lampje in rood knipperen (met
tussenpozen van 1 seconde).
2. Steek de batterij in de acculader.
Steek de accu stevig in de acculader zoals u kunt zien op
Afb. 3.
Voor het laden
Tijdens
opladen
Na opladen
Controlelampje
(rood)
Oververhitting
standby
Opladen
onmogelijk
● Over de temperatuur en de oplaadtijd van de accu.
De temperaturen en bijbehorende oplaadtijden worden
gegeven in Tabel 2
Acculader
Accu
Oplaadspanning
Gewicht
Geschikte temperatuur voor het
opladen
Oplaadtijd voor accucapaciteit,
ca. (bij 20oC)
1,5 Ah
2,0 Ah
2,5 Ah
3,0 Ah
4,0 Ah
5,0 Ah
Aantal accucellen
OPMERKING
De oplaadtijd hangt mede af van de temperatuur en het
voltage van de stroombron.
LET OP
Wanneer de acculader onafgebroken wordt gebruikt, zal
deze warm worden, waardoor storingen kunnen worden
veroorzaakt Wacht daarom 15 minuten wanneer het
opladen is voltooid voor u opnieuw begint met opladen.
4. Haal de stekker van het netsnoer van de acculader
uit het stopcontact.
Aanduidingen van het controlelampje
Licht ongeveer 0,5 seconde op. Licht ongeveer
Knippert
0,5 seconde niet op. (0,5 seconde lang uit)
Blijft branden
Licht op
Licht ongeveer 0,5 seconde op. Licht ongeveer
Knippert
0,5 seconde niet op. (0,5 seconde lang uit)
Licht ongeveer 1 seconde op. Licht ongeveer
Knippert
0,5 seconde niet op. (0,5 seconde lang uit)
Licht ongeveer 0,1 seconde op. Licht ongeveer
Knippert
0,1 seconde niet op. (0,1 seconde lang uit)
snel
Tabel 2
UC18YFSL
V
14,4 – 18
kg
0,5
0oC – 50oC
min.
22
min.
30
min.
35
min.
45
min.
60
min.
75
4 – 10
3. Opladen
Wanneer er een accu in de acculader wordt gedaan, zal
het opladen beginnen en zal het controlelampje continu
rood branden.
Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje rood knipperen. (Met tussenpozen van 1
seconde) (Zie Tabel 1)
● Aanduiding van het controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 1, al naar gelang de toestand van
de accu of de acculader.
Tabel 1
5. Houd de acculader stevig vast en trek de accu eruit.
OPMERKING
U moet de accu na het laden uit de acculader halen en
op een veilige plek bewaren.
LET OP
○ Als de accu wordt opgeladen terwijl deze warm is
omdat de accu langere tijd op een plaats lag die werd
blootgesteld aan direct zonlicht of omdat de accu zojuist
is gebruikt, kan het controlelampje van de acculader 1
seconde lang oplichten, dan 0,5 seconde niet oplichten
(0,5 seconde uit). In dat geval moet u de accu eerst laten
afkoelen voordat u met opladen begint.
○ Mocht het controlelampje knipperen (elke 0,2 seconde),
controleer dan op vuil in de accuaansluiting van de
acculader en verwijder het vuil als dat het geval is.
Is er geen sprake van vuil, dan is mogelijk de accu of
acculader defect. Breng deze dan naar een offi cieel
servicecentrum.
○ Aangezien de ingebouwde microcomputer ongeveer
3 seconden nodig heeft om vast te stellen dat de accu
die met de acculader wordt opgeladen eruit is genomen,
moet u minimaal 3 seconden wachten voordat u de
accu opnieuw in de acculader plaatst om het opladen
te hervatten. Als u de accu terugplaatst voordat er 3
seconden zijn verstreken, is het mogelijk dat de accu niet
juist wordt opgeladen.
○ Als het controlelampje niet rood knippert (elke seconde),
terwijl het snoer van de acculader wel van stroom
wordt voorzien, is dit een indicatie dat mogelijk het
beveiligingscircuit van de acculader is geactiveerd.
Ontkoppel het snoer of de stekker en sluit vervolgens
weer aan na ongeveer 30 seconden. Als het
controlelampje nu nog niet rood gaat knipperen (1
keer per seconde), moet u de lader naar een bevoegd
servicecentrum van HiKOKI brengen.
50
De accu is oververhit.
De accu kan niet
opgeladen worden. (Het
opladen wordt hervat
wanneer de accu is
afgekoeld)
Er is iets mis met
de accu of met de
acculader