Preventief Onderhoud - Spirotech SPIROCROSS MAGNET Manuel De L'utilisateur

5.4.4 Het systeem testen
VOORZICHTIG
De maximaal toegestane hydraulische
testdruk: 1,5 x maximumbedrijfsdruk. Zie
paragraaf 3.2.
2
2
1
1. Sluit bij het testen van de installatie met perslucht
de automatische ontluchting tijdelijk met een dop
R½ af (A, niet bij de levering inbegrepen).
2. Voer de test uit.
3. Verwijder als een dop R½ is geplaatst de dop R½.
5.5 Inbedrijfstelling
VOORZICHTIG
Als voor de systeemtest een dop R½ op de
automatische ontluchting is geplaatst,
verwijder deze dop R½ voordat het systeem
in bedrijf wordt gesteld.
Om te controleren of het apparaat naar behoren werkt,
moet het systeem in bedrijf worden gesteld en werken.
Bij het eerste gebruik kan wat vocht uit de automatische
ontluchting druppelen, maar dat is geen probleem.
Voer als het systeem draait de volgende controles uit:
Controleren op lekkage
•
Trek voorzichtig aan de hendel van de dompelbuis
•
en plaats deze terug om te zien of de magneet
omlaag kan worden getrokken en naar de juiste
positie kan terugkeren
Controleer of lucht uit de automatische ontluchting
•
ontsnapt
Gebruikershandleiding - 1.0
1
A
6

PREVENTIEF ONDERHOUD

6.1 Onderhoudsschema
/i
Taak Interval
Vuil uit het Om te beginnen een maand
apparaat na de installatie en daarna
afvoeren regelmatig, afhankelijk van
de verontreiniging in het
systeem:
•
•
6.2 Vuil uit het apparaat afvoeren
WAARSCHUWING
Het hoofddeel en de leidingen kunnen
•
heet zijn.
Tijdens het uitvoeren van de procedure
•
kan heet water of stoom ontsnappen.
B
1. Verwijder de veiligheidsstop (A).
2. Sluit een slang op de aftapkraan aan. Controleer of
de slang op een afvoer is aangesloten.
OPMERKING
Zie voor de maat van de schroefdraad
paragraaf 3.2.
3. Beweeg de magneet door het apparaat.
a Trek de hendel (B) geleidelijk naar de laagste positie.
VOORZICHTIG
Oefen geen kracht uit.
b Breng de hendel voorzichtig naar de gesloten
positie terug.
Nederlands
Normale
verontreiniging: iedere
6 maanden
Zware verontreiniging:
iedere 1 of 2 maanden
A
C
Paragraaf
6.2
9