Aanvullende informatie
Problemen oplossen
Volg de onderstaande procedure wanneer u
problemen ondervindt bij het gebruik van
uw camcorder.
Controleer de lijst (p. 63 tot 65), en
inspecteer uw camcorder.
Koppel de spanningsbron los en na
ongeveer 1 minuut weer aan, en
schakel de camcorder in.
Druk op RESET (p. 75) met een
puntig voorwerp en schakel de
camcorder in.
Als u op RESET drukt, worden alle
instellingen gereset, met inbegrip van
de klokinstelling.
Neem contact op met de Sony-
handelaar of een plaatselijke, door
Sony erkende onderhoudsdienst.
Uw camcorder moet mogelijk worden
geïnitialiseerd of het interne opnamemedium
van de camcorder moet worden vervangen,
afhankelijk van het probleem. De gegevens
op het interne opnamemedium worden dan
gewist. Kopieer de gegevens op de interne
opnamemedia naar andere media (backup)
alvorens uw camcorder te verzenden voor
reparatie. U wordt niet vergoed voor eventueel
verlies van gegevens op interne opnamemedia.
Tijdens de reparatie wordt mogelijk een
minimum aan gegevens in op interne
opnamemedia gecontroleerd om het probleem
te onderzoeken. Uw Sony-handelaar zal echter
nooit gegevens kopiëren noch bewaren.
Raadpleeg het "Handycam"-handboek (p. 62)
voor meer details omtrent problemen met uw
camcorder, en de PMB Help (p. 37) voor de
aansluiting van uw camcorder op een computer.
Het toestel wordt niet ingeschakeld.
Plaats een opgeladen accu in de camcorder
(p. 11).
Steek de stekker van de netspanningsadapter
in een stopcontact (p. 13).
De camcorder functioneert niet, zelfs niet
als de stroom is ingeschakeld.
Het duurt enkele seconden voordat uw
camcorder klaar is voor opname nadat het
toestel is ingeschakeld. Dit duidt niet op een
storing.
Trek de stekker van de netspanningsadapter
uit het stopcontact of verwijder de accu en
sluit deze na ongeveer 1 minuut weer aan.
Als de camcorder nog steeds niet werkt,
drukt u op RESET (p. 75) met behulp van een
scherp voorwerp. (Als u op RESET drukt,
worden alle instellingen, met inbegrip van de
klokinstelling, gereset.)
Uw camcorder is heel warm. Schakel de
camcorder uit en laat hem afkoelen op een
koele plek.
Uw camcorder is heel koud. Laat de camcorder
ingeschakeld. Werkt uw camcorder nog
altijd niet, schakel hem dan uit en breng hem
naar een warme plaats. Laat uw camcorder
opwarmen en schakel hem vervolgens in.
De camcorder wordt warm.
Het is mogelijk dat de camcorder warm wordt
tijdens het gebruik. Dit duidt niet op een
storing.
De stroom wordt plotseling
uitgeschakeld.
Gebruik de netspanningsadapter (p. 13).
Schakel de camcorder weer in.
Laad de accu op (p. 11).
NL