3 . 6 V e r b i n d i n g va n vi r t u e l e d r ade n
Zet het laadstation op de plaats waar de afbakendraad eindigt. De grond waarop het laadstation
staat, moet effen zijn, zonder kromming. De maaier verplaatst zich in uurwijzerzin over de draad
vanaf de plaats van het laadstation om de maaier normaal te laten opladen. Een verkeerde
installatierichting is niet toegestaan. De afbakendraad moet zich in het midden van het laadstation
bevinden. Als u het laadstation aanzet, is het controlelampje groen. Indien de afbakendraad verkeerd
verbonden is, zal het laadblok een abnormaal signaal uitzenden. Het gele lampje van de virtuele
draad knippert en er gaat een zoemer af. Tenslotte mag de lengte van de afbakendraad met een
diameter van 0,75mm niet meer dan 200 meter bedragen.
Clockwise
Counterclockwise
In uurwijzerzin
In tegenwijzerzin
Obstakels