3 . 3 R e s e r ve d e l e n l i j s t
3 . 4 I n st a l l at i e va n h e t l a a d s t at io n
3.4.1 Het laadstation moet beschut tegen regen en op de grond worden geïnstalleerd
Het laadstation moet worden geplaatst op een effen plek. U kunt het best manueel enkele
obstakels of versperringen plaatsen aan de hoek van het laadblok binnen de virtuele draad om een
botsing tussen de machine en het laadblok te vermijden.
3 . 5 I n st a l l at i e va n d e vi r t u e l e d r a a d
Trek een lengte draad op de grond die volstaat om een gesloten cirkel te vormen. De
verbindingseinden van de draad moeten worden aangebracht op de plaats waar het laadblok zich
bevindt. Spijker de draad vast in de grond op regelmatige afstanden afhankelijk van de grootte van
het gazon. U kunt de draad het best onder struiken leggen, om te vermijden dat hij door de maaier
wordt doorgesneden. De afstand tussen de virtuele draad en de rand van het gazon of het obstakel
moet meer dan 30 cm zijn. Probeer te vermijden om de virtuele draad op een lage helling te leggen.
De draaihoek van de draad mag niet minder dan 90 graden zijn. De draad moet loodrecht op het
laadblok liggen binnen minimum 2 meter. De resterende draad mag niet opgerold worden.