NL
bijvoorbeeld gras dat op muren, rotsen
etc. groeit.
•
Steek met een draaiende motor geen
grindwegen of grindpaden over.
•
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid
van brandbare vloeistoffen of gassen.
Bij onoplettendheid bestaat er brand-
en/of explosiegevaar.
•
Bewaar het apparaat op een droge
plaats en buiten het bereik van kinderen.
Opgelet! Zo vermijdt u schade aan
het apparaat en eventueel daaruit
voortvloeiende lichamelijke letsels:
Onderhoud uw apparaat:
•
Let erop dat de luchtgaten niet verstopt
zijn.
•
Gebruik uitsluitend vervangstukken on-
derdelen, die door de producent worden
geleverd en aanbevolen.
•
Probeer het apparaat niet zelf te repa-
reren. Al de handelingen, die in deze
handleiding niet worden vernoemd,
mogen enkel door een door ons aange-
wezen klantendienst worden uitgevoerd.
•
Behandel uw apparaat met zorg. Houd
werktuigen netjes om beter en veiliger
te kunnen werken. Volg de onderhouds-
voorschriften op.
•
Overbelast uw apparaat niet. Werk
uitsluitend in het aangegeven pres-
tatiebereik. Gebruik geen machines
met een zwakke capaciteit voor zware
werkzaamheden. Gebruik uw apparaat
niet voor doeleinden, waarvoor het niet
bestemd is.
•
Voer telkens vóór gebruik een visuele
controle van het apparaat door. Gebruik
het apparaat niet als er veiligheidsme-
chanismen, onderdelen van de snijdin-
richting of bouten ontbreken, versleten
of beschadigd zijn.
46
Elektrische.veiligheid:
Opgepast: zo vermijdt u ongevallen
en verwondingen door een elektri-
sche schok:
• Controleer telkens vóór gebruik het ne-
taansluitingssnoer en de verlengkabel
op beschadigingen en veroudering.
Gebruik het apparaat niet als de kabel
beschadigd of versleten is.
•
Houdt U de verlengleidingen van de
snijwerktuigen verwijderd. Wordt de
leiding gedurende het gebruik bescha-
digd, scheidt u deze onmiddellijk van
het net. DE LEIDING NIET AANRA-
KEN, ALVORENS DEZE VAN HET
NET GESCHEIDEN IS.
•
Als het netsnoer van dit apparaat
beschadigd wordt, moet het door de
fabrikant of door zijn klantenserviceafde-
ling of door een gelijkwaardig gekwalifi-
ceerde persoon vervangen worden om
gevaren te vermijden.
•
Let er op, dat de netspanning met de
gegevens op het typelabel overeenkomt.
•
Sluit het apparaat, als het mogelijk is, en-
kel aan op een lekstroomschakelaar met
een afslagstroom van maximaal 30 mA.
•
Bescherm het apparaat tegen vocht. Het
apparaat mag noch vochtig zijn noch in
een vochtige omgeving worden gebruikt.
•
Kontroleer telkens als u het apparaat
gebruikt het apparaat zelf, de stroom-
kabel en de stekker op beschadigingen.
Vermijdt lichaamskontakt met geaarde
voorwerpen (bijv. metalen omheiningen,
metalen palen).
•
Gebruik enkel stroomkabels, die maxi-
maal 75 m lang zijn en voor gebruik
buitenshuis geschikt zijn. De doorsnede
van de geslagen leider van de stroomkabel
moet minstens 1,5 mm
een kabelhaspel voor gebruik steeds
bedragen. Rol
2