VOORBEREIDING PEKELKABINET
Afbeelding 1&10
Om de installatie te vergemakkelijken, kunnen het deksel en
zoutdeksel van het toestel verwijderd worden.
INGANG & UITGANG
Wanneer er zich veel onzuiverheden in het water
bevinden, raden wij de installatie aan van een sediment filter
vóór het toestel.
Wij raden ten sterkste het gebruik van flexibele slangen
aan voor de verbinding van het toestel aan het
leidingnetwerk; gebruik slangen met een grote diameter
teneinde het drukverlies te beperken.
Indien het toestel niet is uitgerust met een origineel
bypassblok (optioneel), raden wij ten sterkste de installatie
aan van een 3-kranen bypass (niet bijgeleverd bij dit
product!) om het toestel van het waterleidingnetwerk te
isoleren i.g.v. reparaties. Deze laat toe om de watertoevoer
naar het toestel af te sluiten, terwijl de toevoer van
(onbehandeld) water naar de gebruiker gehandhaafd blijft.
MET BYPASSBLOK (optioneel)
Afbeelding 2
= watertoevoer (onbehandeld water)
= ingang toestel (onbehandeld water)
= uitgang toestel (behandeld water)
= woning/toepassing (behandeld water)
1. Schroef het bypassblok op de elleboogaansluitingen van
het toestel (&); vergeet de afdichtingen niet. Draai de
moeren handvast.
2. Schroef de aansluitset met moeren op het bypassblok
(&); vergeet de afdichtingen niet. Draai de moeren
handvast.
3. Sluit de watertoevoer aan op het koppelstuk op de ingang
van het bypassblok ().
4. Sluit de woning/toepassing aan op het koppelstuk op de
uitgang van het bypassblok ().
MET 3-KRANEN BYPASS (niet meegeleverd)
Afbeelding 3
= ingang toestel (onbehandeld water)
= uitgang toestel (behandeld water)
1. Installeer de 3-kranen bypass.
2. Schroef
de
aansluitset
elleboogaansluitingen van het toestel (&); vergeet de
afdichtingen niet. Draai de moeren handvast.
3. Sluit de 3-kranen bypass aan op de koppelstukken op de
in- () en uit- () elleboogaansluiting.
4. Sluit de watertoevoer aan op de ingang van de 3-kranen
bypass.
5. Sluit de woning/toepassing aan op de uitgang van de 3-
kranen bypass.
DE - Deutsch
INSTALLATIE
met
moeren
op
de
Seite 36
RIOOL
Wij raden het gebruik aan van een standpijp met sifon.
Om terugstroming vanuit het rioolstelsel in het toestel te
vermijden, installeer en gebruik steeds een riooladaptor met
luchtspleet (optioneel) om de rioolslangen aan het
rioolstelsel aan te sluiten.
Maak steeds gebruik van aparte rioolslangen voor de
besturingsklep (afvoer van spoelwater) en de overloop van
het pekelkabinet.
Leid de rioolslangen zo dat drukverlies geminimaliseerd
wordt; vermijd knikken en onnodige verhogingen.
Vergewis u ervan dat het rioolstelsel geschikt is voor het
spoelwaterdebiet van het toestel.
Afbeelding 4
1. Installeer een riooladaptor met luchtspleet (optioneel) op
het rioolstelsel. Zorg voor een permanent en waterdichte
verbinding.
2. Bevestig een slang met diameter 13 mm (optioneel) aan
de rioolklep van de besturingsklep (); zet ze vast met
behulp van een spanbeugel.
3. Leid de rioolslang naar de riooladaptor en bevestig ze; zet
ze vast met behulp van een spanbeugel. Deze rioolleiding
opereert onder druk en mag dus hoger geïnstalleerd
worden dan het toestel.
4. Bevestig een slang met diameter 13 mm (optioneel) aan
de overloopelleboog van het pekelkabinet; zet ze vast
met behulp van een spanbeugel.
5. Leid de rioolslang naar de riooladaptor en bevestig ze; zet
ze vast met behulp van een spanbeugel. Deze rioolleiding
opereert NIET onder druk en mag dus NIET hoger
geïnstalleerd worden dan het toestel.