DE OPLETTENDHEID NIET VERMINDEREN. Er altijd
•
op letten waarmee men bezig is Bij vermoeidheid deze
machine niet gebruiken.
DEZE MACHINE NIET ONDER INVLOED VAN
•
ALCOHOL, DRUGS OF RECEPTPLICHTIGE
MEDICIJNEN GEBRUIKEN.
OP BESCHADIGDE ONDERDELEN CONTROLEREN.
•
Voordat een werktuig wordt gebruikt moeten alle als
beschadigd uitziende onderdelen grondig gecontroleerd
worden, om vast te stellen of deze behoorlijk
functioneren en aan de bedoelde doelstelling kunnen
voldoen. Bovendien moet gecontroleerd worden of de
bewegende onderdelen juist ingesteld en bevestigd zijn,
of dat onderdelen of bevestigingen gebroken zijn, of dat
er een andere toestand bestaat die een naar behoren
functioneren van de machine kan beïnvloeden.
Beschadigde onderdelen moeten vakkundig door een
gekwalificeerde technicus gerepareerd of vervangen te
worden. Het werktuig mag niet gebruikt worden, als de
schakelaar niet juist in- of uitgeschakeld is.
ONDERDELEN EN ACCESSOIRES. Bij
•
onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend originele
onderdelen gebruikt worden. Bij gebruik van andere
onderdelen vervalt de garantie. Uitsluitend onderdelen
gebruiken die voor een gebruik met dit werktuig zijn
bedoeld. De overeenkomstige onderdelen kunnen door
de firma Güde GmbH & Co. KG geleverd worden.
Speciale instructies voor het gebruik van de elektrische
lier
Het gebruik van dit krachtige apparaat kan tot speciale
gevaarlijke situaties leiden. Het gebruik vereist bijzondere
voorzichtigheid in het belang van de eigen veiligheid en de
veiligheid van andere personen.
De kabel:
Controleer dat de kabel zich in goede staat bevindt en naar
behoren bevestigd is. De lier niet gebruiken, als de kabel
gerafeld is. De kabel uitsluitend door een kabel met gelijke
vastheid vervangen.
Accu:
Controleer of de accu zich in een goede staat bevindt.
Contact met accuzuur of andere schadelijke stoffen
vermijden. Bij werkzaamheden aan de accu altijd een
behoorlijke oogbescherming dragen. De motor tijdens het
gebruik van de lier laten draaien om te vermijden dat de accu
zich ontlaadt.
Afstand houden:
Niet in de richting van de kabeltrek staan. Indien de kabel
afglijdt of scheurt, springt hij in deze richting terug. Tijdens het
gebruik van de lier niet met handen, kleding, haar of
sierraden in zijn buurt komen. Een tweede persoon roepen
die met u controleert of de lier veilig gebruikt kan worden.
Controleren of deze persoon voldoende afstand tot het
voertuig en tot de kabel houdt voordat de lier wordt
ingeschakeld.
Prestatiegrenzen:
Niet proberen de grenswaarden voor de trekkracht van deze
lier te overschrijden.
Nooit de handslinger als "ondersteuning" voor de lier
gebruiken. Dit leidt tot beschadiging van de lier en kan letsels
veroorzaken.
Borg de getrokken last voordat de kabel wordt ontlast.
Installatie (afb. E)
Bekabeling van de elektrische lier
De lier kan van tijd tot tijd bekabeld worden.
1.
De rubberen afdichting omhoog doen en de contactdoos
van de kabel aan de stekker aan de rechter zijde van
het lierlichaam aansluiten. De kabel van de lier met de
accu aansluiten en daarbij opletten dat de kabel
bewegende onderdelen in de lier terecht komt of een
struikelgevaar voorstelt.
2.
De zwarte kabel aan het chassis van het voertuig
klemmen om een massaverbinding tot stand te brengen.
De rode kabel aan de pluspool (+ / rood) van de accu
vastklemmen. Aanwijzing: Controleren dat de in
gebruik zijnde accu een 12 V autoaccu of een
gelijkwaardige accu is die zich in een goede staat
bevindt.
Let op, het apparaat kan niet aan de
sigarettenaansteker van een voertuig aangesloten
worden.
3.
De rubberen afdichting aan de linker zijde van het
lierlichaam omhoog doen. De afstandsbediening ter
hand nemen en de contactdoos aan het einde van de
kabel aan de aansluiting aan de linker zijde van het
lierlichaam aansluiten.
4.
De afstandsbediening op een veilige plaats neerleggen,
tot de lier gebruiksklaar is.
LET OP!
1.
Altijd rood met rood (positief met positief) en zwart met
het chassis – als massaverbinding – verbinden, indien
de accu van het eigen voertuig als stroombron wordt
gebruikt.
2.
Nooit de lier of ander accessoires zo lang
gebruiken dat de accu geheel wordt ontladen.
3.
Indien men de motor tijdens het gebruik van de lier laat
draaien om de accu op spanning te houden, is bij alle
werkzaamheden aan en om het voertuig uiterste
oplettendheid vereist.
4.
Vervuilde, gecorrodeerde of ondichte accu's mogen niet
gebruikt worden omdat het gevaar van letsel door
lekkend zuur bestaat.
5.
Bij alle werkzaamheden aan of met een accu moet een
veiligheidsbril gedragen worden die aan de geldige
eisen, voor een voor dergelijke werkzaamheden vereiste
veiligheidsbril, voldoet.
Montage van de lier (afb. B, C, D)
De lier is geconstrueerd om van tijd tot tijd onder gebruik
van de bevestigingsinrichting, voor de
aanhangerkoppeling, gemonteerd te worden.
1.
Adapterplaat middels de drie draadeinden in de
bodemplaat van de lier inhaken.
2.
De uit de lier en de adapterplaat bestaande bouwgroep
aan de aanhangerkoppeling bevestigen door de
kogelkop van de aanhanger door het daarvoor
voorziene gat in de adapterplaat te plaatsen.
Gebruik van de lier (afb. F, G, H, I)
1.
De versnelling van het voertuig in de vrijloop schakelen
(de lier nooit gebruiken, indien een versnelling of
parkeer vergrendeling is ingeschakeld omdat de
versnelling van het voertuig beschadigd kan worden).
De handrem gebruiken. De wielen met geschikte
wielwiggen zodanig borgen dat het voertuig niet kan
wegrollen. U kunt als alternatief de kabel ook via de
vrijloopfunctie vanaf de spoel trekken. Draai hiervoor de
koppelingsknop (afb. 1/10) in de richting van de
klokwijzers en maak deze los. Trek de kabel tot de
gewenste lengte uit. Laat tenminste drie kabelwindingen
op de spoel.
2.
Om de kabel uit te trekken de overeenkomstige
schakelaar op de afstandsbediening bedienen en met
een lichte spanning van de spoel trekken. Altijd
31