Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
NEDERLANDS
1. Algemeen
Montage en inbedrijfstelling alleen door geschoold personeel!
1.1 Toepassing
De installatie AF 22 pompt regenwater uit een beschikbare cisterne en
schakelt bij een tekort aan regenwater automatisch over op bijvullen
via een opslagtank van het drinkwaternet. Door gebruik te maken van
regenwater, draagt de installatie bij tot de bescherming van het milieu.
Voornaamste toepassingen:
– toiletten spoelen,
– voorziening van waswater,
– tuinen besproeien en bevloeien.
Regenwater is geen drinkwater!
1.2 Productgegevens
Toevoervermogen:
Opvoerhoogte:
Bedrijfsdruk:
Zuighoogte:
Watertemperatuur:
Bedrijfsspanning:
Frequentie:
Bescherming:
Meetgebied niveausensor:
Aansluiting aan de drukzijde:
Aansluiting aan de zuigzijde:
Aansluiting drinkwater:
Toevoerdruk drinkwater
aan de bijvulklep:
Aansluitmaten:
Vermeld bij de bestelling van onderdelen telkens alle gegevens van het
typeplaatje van de installatie.
2. Veiligheid
Deze handleiding bevat cruciale aanwijzingen die bij de opstelling en
de inbedrijfname nageleefd moeten worden. Daarom dienen de
monteur en de bevoegde gebruiker deze handleiding beslist te lezen
vóór de montage en de inbedrijfname.
Men dient niet alleen te letten op de onder het hoofdstuk "Veiligheid"
vermelde algemene veiligheidsvoorschriften, doch ook op de hierna
aangegeven speciale veiligheidssymbolen.
2.1 Veiligheidssysmbolen
Alle veiligheidsvoorschriften in deze handleiding die bij niet-naleving
een gevaar voor personen kunnen opleveren, zijn derhalve speciaal
gemerkt met het algemene gevarensymbool,
terwijl er bij een waarschuwing voor elektrische spanning
Veiligheidsvoorschriften
die
pomp/installatie en haar werking kunnen opleveren, worden vooraf-
gegaan door de aanduiding
OPGELET!
34
3
max. 5 m
/h
max. 56 m
max. 8 bar
max. ca. 7 m
+ 5 °C tot + 35 °C
1~230 V
50 Hz
IP 54
5,0 mWS meetbereik van 0 ... 5 m
waterkolom
R 1"
R 1"
R –"
max. 8 bar
zie bijlage / figuur 5
,
bij
niet-naleving
gevaar
voor
2.2 Personeelskwalificatie
De montage dient door gekwalificeerd personeel te worden uit-
gevoerd.
2.3 Gevaren bij het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften
De niet-naleving kan gevaar voor personen en de installatie opleveren.
De niet-naleving van de veiligheidsvoorschriften kan ertoe leiden dat
iedere aanspraak op schadeloosstelling ongeldig wordt.
Concreet kan niet-naleving de volgende gevaren inhouden:
– Uitvallen van belangrijke functies van de pomp/installatie,
– Verwonding van personen door elektrische en mechanische in-
werking.
2.4 Veiligheidsvoorschriften voor de gebruiker
De bestaande voorschriften ter voorkoming van ongevallen dienen in
acht te worden genomen.
Er bestaat geen gevaar vanwege elektrische energie. Leef de voor-
schriften na van de VDE (Vereniging van de Duitse Elektrotechnici) en
het plaatselijke energiebedrijf.
2.5 Veiligheidsvoorschriften voor inspectie- en montagewerkzaamheden
De gebruiker moet ervoor zorgen dat alle controles en de montage-
werkzaamheden door erkende en gekwalificeerde vaklieden gebeuren,
die zich voldoende geïnformeerd hebben door de handleiding grondig
te lezen.
In principe mogen werkzaamheden aan de pomp/installatie alleen bij
stilstand worden uitgevoerd.
2.6 Eigenhandige ombouw en vervaardiging van onderdelen
Veranderingen van de pomp/installatie zijn alleen in overleg met de
producent toegestaan. In het kader van de veiligheid mag enkel
gebruik worden gemaakt van originele onderdelen en door de produ-
cent toegelaten toebehoren. Bij gebruik van andere onderdelen kan de
producent niet aansprakelijk worden gesteld voor de mogelijke
gevolgen hiervan.
2.7 Ontoelaatbare bedrijfsomstandigheden
De bedrijfszekerheid van de geleverde pomp/installatie is alleen
gewaarborgd bij een reglementaire toepassing, conform deel 1 van de
handleiding. Er mag in geen geval worden afgeweken van de grens-
waarden die vermeld staan in de catalogus of in de specificatie.
3. Transport en tussenopslag
De installatie moet worden beschermd tegen vocht
OPGELET!
en mechanische beschadiging door schokken. De
installatie mag niet worden blootgesteld aan tempe-
raturen onder -10 °C of boven +50 °C.
4. Omschrijving van produkt en toebehoren
4.1 Omschrijving van de installatie
De aansluitklare compacte installatie is op een basisframe gemonteerd
met de elektrische en hydraulische schakelingen in de correcte stand.
De installatie wordt aan de muur bevestigd. Het hoofdaggregaat is een
zelfaanzuigende, horizontale, meertraps centrifugaal-pomp (figuur 1,
pos. 10). De pomp zuigt het regenwater rechtstreeks op uit de cisterne
of een willekeurige opslagtank voor regenwater. Via de sensormodule
wordt het water naar de verbruikpunten gevoerd.
Het regelsysteem bestaat hoofdzakelijk uit een schakelkast met een
microprocessor (CPU) voor de regeling, bewaking, registratie en
instelling van alle bedrijfsprocessen. De pomp en de klep worden door
deze CPU gestuurd.
In bedrijfsklare toestand en bij gesloten verbruikpunten is de pomp
uitgeschakeld. Bij het openen van een aftappunt neemt de druk in
het systeem af. Wanneer de inschakeldruk van 1,7 bar (instelbaar,
de
menu 2.12) bereikt wordt, schakelt de pomp in.
Na afsluiten van het aftappunt stijgt de druk. Indien het water in de
drukleiding blijft stilstaan en de uitschakeldruk de waarde van 3,0 bar
(instelbaar, menu 2.13) overschrijdt, wordt de pomp uitgeschakeld na
een nalooptijd van 20 seconden (instelbaar, menu 2.14).
Publicité
Table des Matières
