Wilo RainSystem AF 22 Notice De Montage Et De Mise En Service page 41

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Indien de druk gedurende een bepaalde tijd, instelbaar in het menu
2.15 (droogloopvertraging), tot onder 1,0 bar zakt, wijst dit op een
storing en wordt de pomp uitgeschakeld. De installatie wordt weer
opgestart na bevestiging van de droogloopfoutmelding.
Alle bedrijfsstanden en foutmeldingen worden op het display weer-
gegeven.
Een eventuele storing wordt bevestigd door op de toets
drukken.
Een groen LED boven de toets
klaar is.
– Keuze van de bedrijfsstand
In het menu 1.01 kan de gebruiker kiezen uit vier bedrijfsstanden:
– Automatisch: Automatisch schakelen tussen cisternebedrijf en-
bijvullen met drinkwater door middel van niveau
sensor.
– Uit:
De pomp en de elektromagnetische klep worden
niet aangestuurd door de schakelkast (spannings-
vrij).
De werking van de schakelkast blijft behouden.
– Hand:
Deze bedrijfsstand staat ter beschikking van de
klantendienst.
Via de menu's 1.02 en 1.03 kan de werking van de
pomp en de klep gecontroleerd worden.
– Drinkwater:
Onafhankelijk van de niveausensor wordt continu
water bijgevuld uit een opslagtank met drinkwater.
– Niveau weergave
De niveauweergave is geschikt voor alle tankuitvoeringen (kunststof,
beton, metaal) en tankvormen (vierkante en rechthoekige tanks,
staande cilinders, liggende cilinders en bolvormige tanks). Het niveau
wordt weergegeven als een percentage (%) van het maximale
gebruikbaar niveau.
Voor het Wilo RainSystem AF 22 is een niveausensor met een meet-
bereik van 0 – 5 mWS (0 tot 5 meter waterkolom) beschikbaar. Stel
het sensortype eventueel in via het menu 2.03 (sensortype).
Een waterniveau ven meer dan 5 m is bij een
OPGELE T !
niveausensor 0 – 5 mWS niet toegelate!
Alle parameters over de geometrie van de opslagtank/cisterne die
nodig zijn voor de niveauweergave moeten in het de menu's
2.04 - 2.07 ingesteld worden.
– Menu 2.04 Tankvorm: In dit menu wordt de geometrische vorm
van de gebruikte cisterne ingesteld. Door de geometrische vorm
van de opslagtank vast te leggen, wordt een precieze berekening
van het niveau ondersteund.
– Menu 2.05 Tankhoogte: Stel hier de beschikbare tankhoogte in.
Bij een liggende cilinder komt de tankhoogte overeen met de
diameter van de cilinder (zie figuur 3).
Volgorde toetsen
è
è enz.
2 à
3 à
4 à
geeft aan of de installatie bedrijfs-
5 à
– Menu 2.06 Sensorhoogte: In dit menu moet u de montagehoogte
van de niveausensor invoeren. Dit niveau wordt als absolute waarde
opgegeven tot de tankbodem.
– Menu 2.07 Hoogte overloop: In dit menu wordt de montage-
hoogte van de overloop tot de tankbodem ingesteld. Voor de
berekening van het niveau wordt enkel het bereik tussen de mon-
te
tagehoogte van de sensor (menu 2.06) en de montagehoogte van
de overloop (menu 2.07) gebruikt. De ruimten onder de sensor
resp. boven de overloop kunnen niet gebruikt worden door de
installatie. Dit niveau wordt als absolute waarde tot de tankbodem
weergegeven.
– Werking van de niveauregeling met de niveausensor (Figuur 3)
Alle niveaupunten die nodig zijn voor de niveauregeling, worden in
de menu's 2.09 - 2.11 ingesteld.
– Menu 2.09 Niveau bijvullen: Wanneer het niveau onder deze
waarde (menu 2.09) zakt, wordt naar bedrijfsstand Bijvullen met
drinkwater geschakeld.
De installatie blijft in deze bedrijfsstand tot het niveau
"Bijvulvolume drinkwater" (menu 2.10, volume TW) overschreden
wordt. De waarde in het menu 2.10 wordt als verschil ten opzichte
van het niveau in het menu 2.09 ingesteld. Het bijvulniveau wordt
als relatieve waarde opgegeven, d.w.z. als referentiepunt wordt de
montagehoogte van de sensor gebruikt.
Tijdens de bedrijfsstand Bijvullen met drinkwater wordt er water
afgetapt uit de drinkwatertank van de installatie. In de standaard-
weergave wordt dit aanduid door de melding > Automatisch D <
in de tweede regel.
– Menu 2.11 Alarmniveau: Dit niveau bewaakt de maximumniveau
in de cisterne. Bij overschrijding van dit niveau treedt een overeen-
komstig alarmsignaal in werking (4.06 Defect alarmniveau). Dit
signaal kan evenwel alleen vanuit een lager niveau (menu 2.11 –
5 cm hysteresis) bevestigd worden. Dit niveau wordt als absolute
waarde tot de tankbodem opgegeven.
De installatie schakelt automatisch naar de bedrijfsstand
Drinkwater.
4.2.1 Bediening van de schakelkast
Instelling en bediening van de schakelkast (figuur 2) gebeurt via ver-
schillende menu's die op het display verschijnen. Via de drie toetsen
op de console hebt u toegang tot de menu's. De toetsen hebben de
volgende functie:
Rollen achteruit
Rollen vooruit
Bevestigingstoets
De groene LED duidt aan dat de installatie gebruiksklaar is.
Voer de volgende toetsencombinatie in om het menu te gebruiken:
Beschrijving van de stappen voor de programmering
De hoofdmenu's verschijnen in de volgorde
1, 2, 3
Hoofdmenu (1, 2 of 3) kiezen
1à dan verschijnt een onderliggend menu, bv.
1.01 met de parameters in >....<
2à uit >....< wordt -....-, knipperend
3à Wijziging op nieuwe parameter
4à Nieuwe parameter wordt opgeslagen,
uit -....- wordt >....<
5à Verdergaan naar het volgende onderliggende menu.
Als alle onderliggende menu's doorlopen zijn,
schakelt men naar hetzelfde hoofdmenu terug.
NEDERLANDS
35

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières