6.3 Dockingstation op het netwerk aansluiten
Om het dockingstation met het internet te verbinden, gaat u als volgt te werk:
1.
Sluit de netwerkkabel aan op uw router en het dockingstation.
2.
Maak pas verbinding met het netwerk, als u alle noodzakelijke instellingen op de monitor heeft
uitgevoerd. De netwerkinstellingen staan beschreven in 7.4.3.
3.
Na de installatie van het netwerk drukt u in het submenu op het netwerksymbool
„met internet verbind.".
De voeding moet op het dockingstation zijn aangesloten, zodat er een storingsvrije stroom-
voorziening aanwezig is.
6.4 Cameramontage
Kies met behulp van de camerahouder een geschikte plaats uit voor de installatie. Teken nu de boorgaten op
de ondergrond en boor deze voor. Plaats eerst de meegeleverde pluggen en bevestig de houder vervolgens
met de schroeven.
Let op:
Controleer voordat u met de installatie begint of het bereik van de draadloze overdracht op de
gewenste installatieplaats voorhanden is.
Schroef hiervoor de meegeleverde antenne al aan het begin vast.
U kunt de houder voor de optimale positie 90° draaien. Maak eerst de schroef aan de zijkant los en stel de
gewenste beeldhoek in. Zet de schroef vervolgens vast om de gewenste positie te fixeren.
76
Nederlands
en vervolgens op