6 Functiecontrole
Zodra de ODU-stekker op het VENTIremote alarm is aangesloten, voert het
VENTIremote alarm automatisch een functiecontrole uit.
Aanwijzing!
VENTIremote alarm begint al met de functiecontrole wanneer de stekker nog niet
geheel vastgeklikt is.
Let erop dat de stekker correct in de bus vastklikt.
Als u tijdens de functiecontrole fouten vaststelt, mag u het VENTIremote alarm niet
gebruiken.
Probeer de fout te verhelpen
laat u het VENTIremote alarm door de fabrikant of door gekwalificeerd personeel dat
door hem uitdrukkelijk is geautoriseerd repareren.
Tot een volledige functiecontrole behoort:
•
Functiecontrole VENTIremote alarm
pagina 44)
•
Functiecontrole van de batterij
•
Functiecontrole van het totale systeem
systeem", pagina 45)
6.1 Termijnen
Voer dagelijks en voor elk gebruik een functiecontrole uit.
6.2 Uitvoering van de functiecontrole
6.2.1 Functiecontrole VENTIremote alarm
Om een functiecontrole uit te voeren, sluit u de kabel op het VENTIremote alarm aan
(zie "4.2 Opstellen en aansluiten van het apparaat", pagina
Aanwijzing!
Wanneer de kabel al op het VENTIremote alarm aangesloten is, trek dan de
ODU-stekker kort los en sluit hem vervolgens weer op de ODU-bus aan.
VENTIremote alarm werkt correct wanneer alle drie LED's gelijktijdig kort gaan
branden en een kort akoestisch signaal klinkt.
|
44
NL
(zie "7 Storingen", pagina
(zie "6.2.1 Functiecontrole VENTIremote alarm",
(zie "6.2.2 Functiecontrole van de batterij", pagina 45)
(zie "6.2.3 Functiecontrole van het totale
Functiecontrole
46). Als dat niet mogelijk is,
38).