Nederlands
7.1
Installatie
7.2
Montage
7.3
Hydraulische aansluiting
7.4
Elektrische aansluiting
Veiligheid
40
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door incorrecte hantering.
• Laat het product alleen door gekwalificeerd personeel installeren.
AANWIJZING
Om geen storingen in het netwerk van de verwarmings- of klimaatin-
stallatie te veroorzaken, is het van uiterst belang om de druk in het
netwerk constant te houden. Voorzie een automatische watervoor-
ziening om het waterverlies door de slibafvoer te compenseren.
Om de druk te behouden en toevoer van water te verzekeren, kunt u
een Wilo-WEH/WEV drukhoudsysteem installeren.
• Installeer de SiClean in een vlot toegankelijke, goed geventileerde
ruimte die beschermd is tegen vorst en regen.
• Zorg ervoor dat de deur van de technische ruimte de juiste afmetin-
gen heeft om de installatie naar binnen te kunnen brengen.
• Er moet voldoende ruimte voorhanden zijn voor onderhoudswerk-
zaamheden. Het systeem moet vrij toegankelijk zijn van minstens
twee zijden.
• Het systeemoppervlak moet effen en horizontaal zijn.
Alle onderdelen van de installatie zijn verbonden door schroefverbin-
dingen. Gebruik de meegeleverde afdichtingslijm om de koppelingen
af te sluiten (volg de instructies voor het gebruik).
VOORZICHTIG! Beschadiging van de pomp!
Gevaar voor beschadiging door incorrecte hantering.
• Vergeet de pakkingen voor de circulatiepomp en de slangen niet.
• Controleer de doorstroomrichting van het inregelventiel (pos. 9) en
de circulatiepomp (pos. 2).
AANWIJZING
De toevoer/afvoeraansluitingen (modellen 0,5/1/2) of de afvoeraan-
sluitingen (modellen 3/4/5) lopen door de separator; aansluitingen
zijn zowel links als rechts mogelijk. Gebruik de pluggen om poorten
die niet worden gebruikt af te sluiten.
Ongeacht de configuratie van de installatie (nieuw of oud), het
systeem moet met een by-pass aan de retour worden aangesloten
(fig. 2). De diameters van de leidingen waarmee de SiClean is verbon-
den, moeten minstens zo groot zijn als die van de installatie zelf. De
zuigaansluiting moet op het onderste gedeelte van de hoofdleiding
zijn aangesloten, de drukaansluiting aan het bovenste gedeelte (fig.
2). De afstand tussen de twee aansluitingen moet minstens gelijk zijn
aan de hoogte van de separator, zodat turbulentie in de leidingen
wordt vermeden.
• Sluit de zuig- en drukaansluiting en slibafvoer aan met behulp van de
diameters in de bovenstaande tabel. Deze leidingen mogen niet onder
spanning geïnstalleerd worden.
• Om de installatie te isoleren en voor het uitvoeren van aanpassingen
en onderhoud, moeten er op de zuig- en afvoerleidingen kleppen
worden geplaatst.
• De afvoerleiding voor het slib moet volledig losstaan van de installatie
om d.m.v. atmosferische druk het slib te kunnen afvoeren. De diame-
ter van deze leiding moet minstens even groot zijn als die van de
spoelklep (pos. 6).
GEVAAR! Gevaar voor fataal letsel!
Onjuiste elektrische aansluitingen kunnen leiden tot fatale elektri-
sche schokken.
WILO SE 03/2018