4. Giet het water eruit.
5. Vul er nu 100 ml water in.
6. Klik de ademluchtbevochtiger aan het therapieapparaat.
7. Steek de rode droogadapter (wordt meegeleverd met uw therapieapparaat)
in het uitgangsaansluitstuk van de ademluchtbevochtiger.
8. Steek het slangsysteem op de droogadapter.
9. Schakel het therapieapparaat in.
10. Schakel de ademluchtbevochtiger aan door de bevochtigingtoets
therapieapparaat in te drukken.
11. Stel op het therapieapparaat de verwamingsstand 6 in.
12. Controleer of de ademluchtbevochtiger zich verwarmt.
13. Haal het slangsysteem eraf door de vergrendelingstoets van de adapter in te
drukken.
14. Trek de rode droogadapter door licht te draaien uit de ademluchtbevochtiger.
Wanneer het water na 15 minuten niet warm wordt, stuurt u de ademluchtbe-
vochtiger samen met het therapieapparaat ter reparatie op aan de vakhandelaar
of de fabrikant.
42
NL
Functiecontrole
op het