Verwarmingstrap instellen
Om de capaciteit van de ademluchtbevochtiger in te stellen, gaat u als volgt te
werk:
1. Sluit het slangsysteem af of zet het masker op.
Of u drukt herhaalde malen op de toets
van de ademluchtbevochtiger te veranderen.
3. Voor het opslaan van het verwarmingsvermogen op de menutoets
draaiknop drukken. Het weergegeven verwarmingsvermogen wordt opge-
slagen en het venster sluit automatisch. Als er vier seconden lang geen toets
wordt bediend, wordt de weergegeven verwarmingscapaciteit eveneens op-
geslagen.
Welke instelling voor u de beste is, hangt af van de ruimtetemperatuur en de
luchtvochtigheid. Daarom verandert de optimale instelling naargelang de tijd van
het jaar. Onder "normale" omstandigheden is verwarmingstrap 3 voldoende.
Als u 's morgens droge luchtwegen heeft, is de verwarmingscapaciteit te laag
ingesteld. Kies dan een hogere instelling.
Als zich tijdens de therapienacht in de golfpijp condenswater vormt, is de
verwarmingscapaciteit te hoog ingesteld. Kies dan een lagere verwarmingsstand.
Bij condenswater in de golfpijp bestaat er het gevaar dat u water in de drukmeets-
lang krijgt en een verkeerde therapiedruk ingesteld wordt. Maak het
slangsysteem droog zoals in de gebruiksaanwijzing van uw therapieapparaat on-
der punt 6.2 beschreven staat.
2. Druk bij de
lopende
tot het venster voor het verstellen van de bevoch-
tigingcapaciteit open gaat. De verandering van
het verwarmingsvermogen (stand 1-6) van de
ademluchtbevochtiger vindt plaats via de draai-
knop (naar rechts draaien = vermogen verhogen,
naar links draaien = vermogen reduceren).
VENTIclick op de toets
, om het verwarmingsvermogen
Bediening
,
of de
35
NL