DR-Steel DG-Steel - Vertaling van de originele instructies
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Inschakelingen per uur
Dompeldiepte
Bewaringstemperatuur
Temperatuur vloeistof
Dichtheid te behandelen vloeistof
pH vloeistof
Vrije doorgang
GELUIDSNIVEAU
De ondergedompelde elektropomp produceert een geluidsniveau dat lager is dan 70dB(A). Het geluidsniveau in de lucht is lager dan 80dB(A).
VERPLAATSING EN TRANSPORT
Gebruik de voedingskabel of de kabel van de vlotter NOOIT om de elektropomp op te tillen of te verplaatsen. Gebruik hier echter altijd
NL
het handvat voor.
Controleer visueel of de verpakking en de inhoud geen schade opgelopen hebben. Neem onmiddellijk contact op met Zenit als dit wel het geval is.
Controleer of de eigenschappen van het plaatje overeenstemmen met de eigenschappen van het gekochte product.
INSTALLATIE
Dompel de elektropomp in de vloeistof onder aan de hand van een kabel of een ketting die u aan het handvat aangesloten heeft.
De put waar de elektropomp eventueel in geïnstalleerd wordt moet een dusdanige afmeting hebben dat de vlotter vrijuit kan bewegen, (Afb. 1)
De aanbevolen minimum afmetingen zijn in het deel "Afmetingen" aangegeven
Let op
Als het vloeistofpeil onder het aanzuigrooster daalt zal aan de bovenkant van de pomp lucht gevormd worden waardoor de elektropomp niet langer
correct kan functioneren. Het aanzuigvermogen van de elektropomp kan afnemen waardoor de prestaties die door de fabrikant verklaard worden
niet langer behaald kunnen worden.
Om het aanzuigen van lucht te vermijden moet tijdens de functionering van de elektropomp het aanzuigrooster altijd ondergedompeld zijn (Afb. 2).
Let op
Controleer of de de as vrijuit kan bewegen alvorens u de elektropomp na een lange stilstand installeert en/of opstart. Pas hiervoor de volgende
procedure toe (Afb. 3):
•
controleer of de voeding van de elektropomp losgekoppeld is en pas de veiligheidsprocedures van deze handleiding toe;
•
kantel de elektropomp om;
•
breng in de opening in het midden van het aanzuigrooster een Torx schroevendraaier aan;
•
draai de schroevendraaier 3-4 slagen rechtsom en controleer of het rad vrijuit kan draaien.
Vrije installatie (Afb. 4)
Sluit de toevoeropening van de elektropomp met behulp van een slangaansluiting aan op een flexibele leiding met een interne doorsnede die min-
stens net zo groot is als de doorsnede van de toevoeropening. Gebruik het liefst een leiding met spiraalvormige versteviging zodat de vrije opening
altijd hetzelfde blijft, ook in het geval van bochten of als de richting wijzigt. Zet de leiding met een metalen klemring op het verbindingsstuk vast.
Vaste installatie (Afb. 5)
Sluit de elektropomp aan op een metalen of een stugge leiding. We raden u aan om een afsluitklep en een bolvormige terugslagklep met vrije
doorgang te installeren met behulp van een verbindingsleiding met een minimum lengte die in de handleiding van de klep aanbevolen wordt.
Het is tevens mogelijk om met behulp van een speciaal verbindingsstuk de elektropomp op polyethylenen leidingen aan te sluiten.
HET ROOSTER VERWIJDEREN (uitsluitend voor DR-Steel) (Afb.6a, 6b, 6c, 6d, 6e, 6f)
In het geval van de versies DR-Steel, kan het aanzuigrooster door technisch personeel gedemonteerd worden zodat op 5 mm boven de bodem
aangezogen kan worden.
Deze handeling beperkt de vrije doorgang van de elektropomp.
Voer de volgende handeling uit om het rooster te kunnen demonteren:
•
controleer of de voeding van de elektropomp losgekoppeld is en pas de veiligheidsprocedures van deze handleiding toe;
•
plaats de elektropomp op een zijde;
•
bepaal met een teken de hoekstand van het rooster;
•
draai met een Torx schroevendraaier met passende afmeting de 3 schroeven van het rooster los;
•
verwijder het rooster;
•
verwijder de plastic steunring met behulp van een punttang. Demonteer om geen enkele reden andere schroeven of onderdelen van de elektropomp;
•
hermonteer het rooster in dezelfde stand op de elektropomp en neem het eerder aangegeven teken in acht. Het rooster ligt nu ongeveer 1 cm
dieper dan de standaard configuratie in de elektropomp.
Let goed op het oververhitten van de motor als de elektropomp niet helemaal ondergedompeld is.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN (AFB. 7-8)
De aansluitingen op het lichtnet moeten in overeenstemming met de van kracht zijnde normen door gekwalificeerd personeel verricht worden.
De elektrische aansluiting van driefasige modellen vereist dat eerst de groengele aarddraad en vervolgens pas de andere draden aangesloten worden.
Sluit ter bescherming van de motor en personen de elektropomp aan op een magnetothermische differentieelschakelaar met een uitschakelstroom
van maximaal 30mA.
Let op
De elektropomp kan ter bescherming tegen oververhitting van een zelfherstellende thermische beveiliging voorzien zijn.
De elektropomp zal afkoelen en vervolgens automatisch opgestart worden.
Controleer voor de installatie of:
•
de voedingslijn geaard is en aan de van kracht zijnde normen voldoet;
•
de voedingskabel en de kabel van de vlotter, indien aanwezig, geen schade vertonen.
16
max. 30 gelijkmatig verdeeld
max. 10m onder het vloeistofpeil
-20 ÷ +70°C
max. 40°C (tot 90°gedurende een korte tijd)
max. 1,0 Kg/dm³
6 ÷ 14
DR-Steel 25/37
10 mm
DR-Steel 55/75
12 mm
DG-Steel 37
25 mm
DG-Steel 55/75
40 mm