5 Functie
▶
Stel de gewenste temperatuur voor het
eerste bedrijfsuur in.
▶
Druk op
bevestigen.
▶
Herhaal de bewerking om de 8 be-
drijfsuren in te stellen.
5.12 TIMER-functie
Met de TIMER-functie kunnen de wer-
kingstijden van het product worden inge-
steld. Door deze functie kan het stroom-
verbruik geoptimaliseerd worden.
5.12.1 TIMER ON-functie instellen
1. Controleer of de binnenunit uitgescha-
keld is.
2. Controleer of de tijd van het product
juist is ingesteld.
◁
Vóór de configuratie van de functie
moet de tijd absoluut worden inge-
steld. (→ Pagina 158)
3. Druk op
◁
De weergave
4. Programmeer de gewenste starttijd
met
en
5. Druk op
bevestigen.
6. Druk op
deactiveren.
5.12.2 TIMER OFF-functie instellen
1. Zorg ervoor dat de binnenunit in wer-
king is.
2. Controleer of de tijd van het product
juist is ingesteld.
◁
De tijd moet absoluut zijn ingesteld
vooraleer u de functie configureert.
(→ Pagina 158)
3. Druk op
◁
De weergave
4. Programmeer de gewenste uitschakel-
tijd met de toetsen
5. Druk op
bevestigen.
6. Druk op
deactiveren.
162
om de instellingen te
.
knippert.
.
om de starttijd te
om de functie te
.
knippert.
en
.
om de stoptijd te
om de functie te
Gebruiksaanwijzing climaVAIR exclusive 0020250591_05
5.13 turbo-functie
De functie
en in de CV-functie beschikbaar. Hiermee
kan het verwarmings- resp. koelvermogen
indien gewenst worden verhoogd.
5.13.1 Turbofunctie activeren
1. Druk minder dan 2 seconden op
om de functie te activeren.
2. Druk minder dan 2 seconden op
om de functie te deactiveren.
5.14 X-Fan-functie
De functie
maakt het mogelijk om
de binnenunit te drogen nadat deze in
de koel- of ontvochtingsmodus gelopen
heeft. Deze functie maakt het mogelijk
om corrosie aan de componenten van
de binnenunit en overmatige groei van
bacteriën te vermijden.
De functie wordt door het indrukken van
de toets
geactiveerd als het pro-
duct zich in de koel- of ontvochtingsmodus
bevindt. Op het display van de afstandsbe-
diening verschijnt de weergave van de X-
Fan-modus
. De binnenunit loopt 2 mi-
nuten lang. Na het verstrijken van deze
periode schakelt de binnenunit uit.
5.15 Temperatuurfunctie
De temperatuurfunctie geeft de gepro-
grammeerde temperatuur en de kamer-
temperatuur op het display van de binnen-
unit weer.
Druk voor het weergeven van de tempera-
tuurwaarden op de toets
standsbediening.
1
1
Gewenste tem-
peratuur
2
Omgevingstem-
peratuur
is in de koelmodus
op de af-
2
3
3
Buitentempera-
tuur
Functie bij dit
model niet be-
schikbaar