5.5.1 Ventilatiemodus instellen
1. Schakel het product in. (→ Pagina 157)
2. Druk op
◁
Op het display worden de verschil-
lende modi weergegeven.
3. Selecteer de ventilatiemodus
4. Stel de gewenste temperatuur met
en
in.
◁
De temperatuur kan in stappen van
1 °C verhoogd en verlaagd worden.
5. Druk op
om het ventilatortoeren-
tal in te stellen.
◁
Met elke toetsdruk op
dert het ventilatortoerental.
5.6 Autostand
In de autostand
kiest het product auto-
matisch afhankelijk van de kamertempera-
tuur de koelmodus
– In de koelmodus
wenste temperatuur 25 °C.
– In de CV-functie
wenste temperatuur 20 °C.
5.6.1 Autostand instellen
1. Schakel het product in. (→ Pagina 157)
2. Druk op
◁
Op het display worden de verschil-
lende modi weergegeven.
3. Selecteer de autostand
◁
De binnenunit regelt automatisch
het ventilatortoerental afhankelijk
van de kamertemperatuur.
5.7 Koeling
In de koelmodus laat de binnenunit alleen
de koeling van de kamer toe.
Om een optimale koeling te bereiken,
wordt aangeraden om de lamellen hori-
zontaal in te stellen.
0020250591_05 climaVAIR exclusive Gebruiksaanwijzing
.
.
veran-
of de CV-functie
bedraagt de ge-
bedraagt de ge-
.
.
5.7.1 Koelbedrijf instellen
1. Schakel het product in. (→ Pagina 157)
2. Druk op
◁
Op het display worden de verschil-
lende modi weergegeven.
3. Selecteer de koelmodus
4. Stel de gewenste temperatuur met
en
◁
De temperatuur kan in stappen van
1 °C verhoogd en verlaagd worden.
5. Stel het ventilatortoerental in.
(→ Pagina 159)
5.8 Ontvochtigingsmodus
In de ontvochtigingsmodus vermindert de
binnenunit de luchtvochtigheid.
5.8.1 Ontvochtigingsmodus
instellen
.
1. Schakel het product in. (→ Pagina 157)
2. Druk op
◁
Op het display worden de verschil-
lende modi weergegeven.
3. Selecteer de ontvochtingsmodus
4. Stel de gewenste temperatuur met
en
◁
De temperatuur kan in stappen van
1 °C verhoogd en verlaagd worden.
◁
De binnenunit selecteert het laagste
ventilatortoerental om de efficiëntie
van de ontvochtigingsmodus te opti-
maliseren.
◁
Het ventilatortoerental van de bin-
nenunit is standaard op de laagste
stand ingesteld en kan in de ont-
vochtigingsmodus niet worden ge-
wijzigd.
Functie 5
.
.
in.
.
in.
.
159