Nederlands
VOOR HET GEBRUIK
1. Voorbereiden en kontroleren van de werkomgeving
Zorg ervoor dat de werkplaats voldoet aan alle eisen
die in de voorzorgsmaatregelen vermeld staan.
2. Kontroleren van de batterij
Zorg ervoor dat de batterij stevig geplaatst wordt.
Indien dit niet gebeurd, kan het voorkomen dat de
accu eruit valt en een ongeluk veroorzaakt.
3. Monteren van het schroefstuk
Schroefstuk
Volg altijd de onderstaande aanwijzingen bij het
monteren van het schroefstuk. (Afb. 5)
(1) Trek de geleide-ring uit.
(2) Steek het schroefstuk in de zeshoekige opening in
het draaistuk.
(3) Laat de geleide ring los, waarna deze naar de
oorspronkelijke positie terugkeert.
LET OP:
Als de geleide ring niet naar de oorspronkelijk positie
terugkeerd, is het schroefstuk niet op de juiste wijze
gemonteerd.
Boortje
• Een boor met een zeshoekige as kan direct in het
gereedschap worden gestoken.
• Om een boor zonder zeshoekige as te gebruiken,
hebt u de boorklemadapter nodig die apart leverbaar
is.
(1) Steek het boortje in de boorhouder.
(2) Zet de boor met de sleutel stevig vast. Draai daarbij
beurtelings in elk van de drie gaten. (Afb. 11)
Bewerkingsstand Markering
Elektronische
pulsstand
Boutstand
Stand zelfborende
schroef
Boorstand
Elektronische
klemstand *4
*1: WM14DBL: 30 N·m, WM18DBL: 33 N·m.
*2: Voordat u een dunne plaat vastzet met een zelfborende schroef, moet u controleren of de dikte van de plaats
geschikt is voor de diameter van de schroef.
*3: Met de elektronische klemstand 4 of 5 kan het gereedschap even tegengesteld draaien als de belasting toeneemt
om het gevaar van schade aan de schroefkop te beperken.
*4: De machine start met een lage draaisnelheid en trekt langzamerhand aan.
De motor stopt automatisch met draaien als het koppel de waarde bereikt die is ingesteld, zodat verhinderd wordt
dat een schroef te vast wordt gedraaid.
U hoort geen koppelingsgeluid zoals bij een mechanische machine.
2. Kenmerken van de elektronische pulsaansturing
In tegenstelling tot een conventionele draaiaansturing,
genereert de elektronische pulsaansturing de
slagkracht door de motor herhaaldelijk vooruit en
achteruit te draaien.
51
Voorbeeld van het instellen van de stand
Maximum
koppel
3
Houtschroef
2
aandraaen
1
30 N·m
*1 Bout aandraaien
33 N·m
2
Zelfborende schroef aandraaien (ø5 of ø6)
1
Zelfborende schroef aandraaien (ø3,5 of ø4)*2
11 N·m Boren
5
5,3 N·m
*3
4
3
Aandraaien machineschroeven (M6) of zelfborende
tschroeven, Vastzetten gipsplaat
2
1
2,3 N·m
• Gebruik een ijzerboor om een geleidegat te boren
voor een houtschroef of een 10 mm of kleiner gat.
(1) Steek het boortje in de boorhouder.
(2) Zet de boor met de sleutel stevig vast. Draai daarbij
beurtelings in elk van de drie gaten. (Afb. 11)
GEBRUIK
1. Een stand selecteren
WAARSCHUWING
Gebruik dit gereedschap met het selectiewieltje in
de juiste stand (dit moet op zijn plaats zijn geklikt en
vastgezet).
Het niet opvolgen hiervan kan onverwachte reacties
van het gereedschap veroorzaken en gebroken
materiaal/schroeven of letsel veroorzaken.
LET OP
Zet geen kracht op het selectiewieltje.
De bewerkingsstand kan geselecteerd worden door het
selectiewieltje op de machine in de juiste stand te draaien
en dit met het driehoekige merkteken uit te lijnen.
De in de onderstaande tabel beschreven vijf
bewerkingsstanden zijn beschikbaar.
OPMERKING:
Het vastzetkoppel van elke stand is afhankelijk van de
schroef en het materiaal waarin wordt geschroefd.
Pas het selectiewieltje aan nadat u een paar schroeven
als test hebt aangedraaid.
Gebruik de boutstand om bouten aan te draaien.
De stand verandert niet als u het selectiewieltje
verdraait terwijl het gereedschap is ingeschakeld.
Schakel het gereedschap uit voordat u de
bewerkingsstand verandert.
Toepassing
Diagonaal aandraaien van 75 mm-schroef
Aandraaien van 50 – 75 mm-schroef
Aandraaien van schroef korter dan 50 mm
Dit mechanisme zorgt voor een stillere werking.
De volgende kenmerken zijn niet gewoon voor een
conventionele draaiaansturing maar dit zijn geen
tekenen van een onjuiste werking.
Opmerkingen
Gebruik een bit
en een houder
die geschikt zijn
voor de
diameter van de
schroef.
Laat de motor
niet stoppen
met draaien in
de boorstand.